Physical Address
304 North Cardinal St.
Dorchester Center, MA 02124
Physical Address
304 North Cardinal St.
Dorchester Center, MA 02124
Vincent van Gogh woonde in de periodes 1869-1873 en 1882-1883 in Den Haag. Hij noemde Den Haag zijn tweede huis. Vanuit de Haagse geschiedenis gezien is het werk van Vincent van Gogh belangrijk, omdat hij stukjes Den Haag heeft vastgelegd, die door geen enkele andere schilder of fotograaf tot onderwerp zijn gekozen. Hij voegt dus iets toe aan het beeld van het negentiende-eeuwse Den Haag.
De familie Van Gogh woonde generaties lang in Den Haag enVincent de schilder is een rechtstreekse afstammeling van de Vincent van Gogh, die in 1674 in de Grote kerkwerd gedoopt en in 1749 in dezelfde stad werd begraven.
Vincent’s opa, die ook Vincent heette, emigreerde in 1811 naar Gelderland, daarna naar Utrecht en van daar naar Brabant.Op 30 maart 1853 werd Vincent Willem van Gogh geboren als oudste zoon van dominee Theodorus van Gogh en zijn vrouw Anna Cornelia Carbentus in het Brabantse Zundert.
Den Haag 1
Na een fragmentarische schoolopleiding, werd Vincent in 1869 bediende bij de Haagse vestiging van de Franse kunst- en prentenhandel Goupil & Cie (op de Plaats nummer 20), waarvan zijn oom Vincent van Gogh medevennoot was.Als jongste bediende moest hij van de achteringang inhet Hartogstraatje gebruik maken en hijverdiende er slechts dertig gulden per maand mee. Van Gogh was echter zo succesvol dat hij zowel in 1872 als in 1873 een loonsverhoging van tien gulden kreeg.
Vanaf 1873 gedroeg Vincent zich steeds onaangepaster en hoewel zijn oom zich aanvankelijknog inschikkelijk had opgesteld – Vincentwerd overgeplaatst naar de filialen in Londen,en later in Parijs – leidde zijn gedrag uiteindelijk toch tot ontslag.Tijdens deze eerste Haagse periode ontwikkelde hij zijn kennis van de beeldende kunsten.Een gedenkplaatje herinnert nog aan die leertijdvan Van Gogh.
Den Haag 2
Na een aantal mislukte baantjes verhuisde Van Gogh inoktober 1880naar een atelier in Brussel. Hij raakte, door een introductie van zijn jongere broer Theo, bevriend met de jonge schilder Anthon van Rappard. Vincent wilde in Brussel opleidingen gaan volgen, maar ook hier zorgde zijn explosieve karakter er voor dat hij buiten gesloten werd.
Hij ging in 1881 weer bij zijn ouders wonen maar had voortdurend conflicten met zijn vader en dusvertrok hij op 25 december 1881 weer naar Den Haag om les te nemen bij zijn neef Anton Mauve, in die tijd al een bekende schilder van de Haagse School. Hij leerde veel van Mauve (ik houd veel van hem en sympathiseer met hem).
Volksbuurten
Vanaf dat moment maakte Vincent tientallen stadsgezichten van Den Haag, plekken in het centrum, aan de rand van de stad en in Scheveningen.
De onderwerpen die Vincent boeiden vondhij aan de zelfkant van de samenleving. Samen met de schilder George Breitner strooptehij de Haagse achterbuurten af, bezocht hij arbeidershofjes en gaarkeukens,bouwterreinen en landarbeiders.Hoewel Breitner een academicus was en Van Gogh een autodidact, zochten ze naar dezelfde motieven en vonden ze in hun Haagse periode in elkaar een geestverwant.
De buurten waar Van Gogh en Breitner samen volkse typen bestudeerden, waren de armste wijken van Den Haag. Vincent schreef in zijn brieven over het bezoeken van de Geesten het Paddemoesmet Breitner.
Het gedeelte aan de grens van de stad met de straten Geest, Juffrouw Idastraat, OudeMolstraat, Papestraat, Pastoorswarande, Torenstraat stond ook wel bekend als De Geest. Verder bezocht Vincent”dat jodenbuurtje bij de nieuwe kerk”. Het Paddemoes was van oudsher al een beruchte naam, hetwas de armste wijk in de 16e en 17e eeuw.
Geld
Van Gogh was vrijwel zonder geld en slechts met wat schaarse bezittingen naar Den Haag gekomen; zijn portefeuille met tekeningen, zijn verfdoos, zijn nieuwe schilderskist, zijn prenten en wat kleren, waren alles wat hij bij zich had.Hij slaagde er echter nauwelijks in om geld te verdienen met zijn schilderijen.
Zijn broer Theo zorgde daarom voor financiële ondersteuning, Hij sponsorde 100 francs in de maand (= 50 gulden), later 150 francs. Een arbeider verdiende in die tijd gemiddeld tien gulden in de week. Het was dus mogelijk om van die 50 gulden te leven. Vincent’s grote probleem was echter dat het vak dat hij leerde zoveel geld kostte. Hij moest papier, tekenmaterialen, verf, penselen en schilderslinnen aanschaffen en dat in aanzienlijke hoeveelheden, omdat hij onafgebroken oefende.
Ome Cor
Vincents oom Cornelis Marinus van Gogh, kunsthandelaar in Amsterdam, bestelde een serie met Haagse stadsgezichten. Ome Cor verwachtte dat Vincent goed verkoopbare tekeningen en aquarellen van couperiaans Den Haag in de stijl van de schilders van de Haagse School zou gaan maken. Hij kwam echter bedrogen uit.
Vincent tekende opgebroken straten achter de Grote Kerk, zoals de Geest, de aanleg van het Van Stolkpark, het rangeerterrein van het station Rhijnspoor, het latere Centraal Station, en het fabrieksterrein van ijzergieterij De Prins van Oranje. Dit soort tekeningen waren onverkoopbaar, en oom Cor liet dit duidelijk merken aan de schilder.Vincent reageerde hierop dat hij meer hechtte aan de artistieke dan aan de handelswaarde en hij zich liever verdiepte in de natuur dan in de berekening van prijzen.
Er ontstonden nog meer spanningen toen Vincent zijn broer Theo ervan beschuldigde zich onvoldoende in te zetten om Vincents schilderijen te verkopen. Theo wees zijn broer erop dat het hem toegezonden werk donker van kleur was en haaks stond op het lichtgetinte palet van Parijse stijl.Zowel Breitner als Van Gogh waren in die tijd echter nog niet bekend met het kleurgebruik van de Franseimpressionisten. Beide kunstenaars werden sterk beïnvloed door de ‘grijze’ Haagse schilders. De HaagseSchool was zeer bepalend voor het kleurgebruik van Nederlandse kunstenaars.
Sien
In het voorjaar van 1873 ontmoette Vincent de Haagse Caroline Haanebeek. Vincent werd verliefd op haar, maar zij trouwde in datzelfde jaar met iemand anders. Later dat jaar, toen Van Gogh in Londen woonde, gebeurde hetzelfde met Eugenie Loyer. Tijdens zijn tweede Haagse periode in 1881 werd hij verliefd op zijn nicht Kee Vos. Zij wees hem echter af met ‘Nooit, neen, nimmer’.
Prostituee
Eind januari 1882 ontmoette Vincent dan de liefde van zijn leven. Christine Hoornik was een 32 jarige zwangere prostituee met een dochtertje van bijna vijf. Van Gogh noemde haar Sien ‘die vrouw is nu aan mij gehecht als een tamme duif’.Vincent wilde deze afwijkende vrouw van de ondergang te redden.
Sien woonde bij haar moeder in de Noordstraat 16 en later op het Slijkeinde 31. Ze nam daarna haar intrek in de kleine woning van Vincent in de Schenkstraat en ze probeerden elkaar op de been te houden.Hij besteedde een groot deel van de toelage die hij van zijn broer Theo ontving aan Sien, haar kinderen en haar moeder.Sien was een van de weinigen die Vincent’s nukkige karakter accepteerde en zijposeerde daarom vaak voor hem. Ze is op veel tekeningen en aquarellen te herkennen.
De keuzevoor een (voormalige) prostituee met wie Vincent ook nog eensongehuwd ging samenwonen stuitte echter op veel onbegrip bij zijn familie en vrienden. Ondanks zijn liefde voor Sien viel de zorg voor haar en haar 2 kinderen hem zwaar.Op aandringen van Theo werd de relatie na ruim 1,5 jaar verbroken en vluchtte Vincent plots vanuit Den Haag naar Drenthe.
Op 12 november 1904 pleegde Sien Hoornik, 54 jaaroud, zelfmoord in Rotterdam.
Frankrijk
Via Hoogeveen en zijn ouderlijk huis in Nuenen kwam Van Gogh in Antwerpen terecht.Hij ging studeren aan de kunstacademie en zou uiteindelijk nooit meer in Nederland terugkomen. Na 3 maanden brak hij zijn studie weer af en ging in Parijs bij zijn broer Theo wonen.Hoewel Van Goghs werk nog een forse omslag maakte toen hij in zich in 1886 in Frankrijk vestigde, vergat hij zijn leertijd in Den Haag nooit meer helemaal. Vooral Anton Mauve, zijn stimulator en leermeester bleef hij dankbaar.
Hij kwam in Frankrijk in aanraking met de school van Barbizon, de eerste impressionisten die veel naar buiten gingen om te schilderen en in februari 1888 verhuisde Vincent naar Arles in Zuid Frankrijk en maakte daar de later beroemd geworden schilderijen als Zonnebloemen, Gele huis, Slaapkamer enz.
Inrichting
Ondanks de ondersteuning door zijn broer ging het na 1888 steeds slechter met Vincent.Hij werd steeds grilliger, egoistischer, lastiger en gekker en in 1889liet Vincent zich uiteindelijk opnemen in de psychiatrische inrichting van St.-Rémy-de-Provence. Hij maakte daar schilderijen naar werk van Millet, Delacroix en Rembrandt.Maar ondanks dat hij in een gesticht zat, boekte hij zijn eerste successen.
Op de vijfde tentoonstelling van de Societé des Artistes Indépendants werd een aantal werken van hem getoond, alsook ook op een tentoonstelling van de Belgische avant-gardistische kunstenaarsgroep Les Vingt.
Zelfmoord
In mei 1890 verliet hij de inrichting en vestigde zich in Auvers-sur-Oise nabij Parijs. Hier schilderde hij opnieuw, in een koortsachtig tempo, het landschap en het boerenleven. Op 27 juli schoot Van Gogh zichzelf in de borst, in een veld bij het dorp. Twee dagen later overleed hij in het bijzijn van Theo.6 maanden later, in januari 1891 overleed Theo ook en beide broers liggen naast elkaar begraven in Auvers-sur-Oise.
In de ± 10 jaar dat Vincent schilderde, produceerde hij ± 900 schilderijen en ± 1100 tekeningen en schetsen. Er zijn ongeveer 900 brieven zijn bewaard gebleven.
Den Haag 3
In 1891 richtten enkele Haagse kunstenaars onder leiding van Théophile de Bock (die aan het Panorama Mesdag had meegewerkt) de Haagse Kunstkring op. De oprichters wilden ruimte voor nieuwe stromingen in de kunst.
Hun eerste grote wapenfeit was het organiseren van een tentoonstelling met hetwerk van Vincent van Gogh, een jaar na diens dood in 1890.Voor de expositie maakte Jan Toorop, president van de afdeling Schilderkunst van de Kunstkring, een keuze uit het werk dat bij de schoonzuster van Vincent, Jo van Gogh-Bonger (1862-1925), in Bussum aanwezig was.
Expositie
De feestelijke opening van de expositie vond plaats op maandag 16 mei 1892. Er werd echter geen Haags werk van Vincent vertoond. Het merendeel van de 45 getoonde schilderijen was in Frankrijk gemaakt. Van de 44 tekeningen was de helft vervaardigd in Nuenen, waar de kunstenaar van december 1883 tot november’ 1885 had gewoond.Op zes schilderijen na waren alle werken op de expositie te koop. De gunstige kritieken ten spijt werd slechts één schilderij verkocht; “Bergachtig landschap achter het ziekenhuis van Saint Paul”. De vrouw van Theo genaamd Jo van Gogh ontving hiervoor van de Kunstkring een kwitantie van 270,-
Voor het eerst konhet grote publiek kennis maken met het latere werk van Van Gogh. Het viel echter nietbij iedereen in de smaak. Vincent’s oude vriend Breitner zei: “Vandaag ben ik op de expositie van Van Gogh geweest. Ik kan het niet helpen, maar ik vind het kunstvoor Eskimo’s, ik kan er niet van genieten. Ik vind het eerlijk grof en onhebbelijk, zonder de minstedistinctie, en buitendien alles nog een gestolen goedje van Millet en anderen”
Adressen in Den Haag
Van 8 augustus 1869 – 13 juni 1873 werkte Vincent op dePlaats 14 (bij de firma Goupil). Hij woonde op de Lange Beestenmarkt 32, in het kosthuis van de familie Roos. Dit adres bestaat niet meer.
Van 28 november 1881 – 11 september 1883 woonde Vincent aan deDerde straat van de Schenkweg. Achtereenvolgens op de nummers 138 en 136. Deze zijstraat had nog geen naam, maar zou in 1884 Schenkstraat genoemd worden, met respectievelijk de huisnummers 9 en 13. (Zie ook het kaartje verderop). Beide woningen waren eerste etages, die Vincent in onderhuur kreeg.
Vincent woonde in feite buiten de stad achter het stationRhijnspoor(laterStaatsspooren weer laterCentraal Station) met uitzicht op de weilanden van deVeenpolder, waar later de wijk Bezuidenhout zou verrijzen.
Afgebroken
De Schenkstraat werd geruime tijd geleden afgebroken. Het woonhuis van Vincent stond ongeveer op de plek van de huidigeHendrick Hamelstraat 22.
Geen straatnaam
Aan de rand van de Schilderswijk werd rond 1895 een nieuwe wijk uit de grond gestampt. De eigenaren in het bouwplan Wester Bouwgrondmaatschappij drongen bij de Gemeente Den Haag aan op spoedige naamgeving van de al bewoonde straten in dit nieuwe deel van Den Haag.
Aan de overkant van de Loosduinsevaart bezaten een aantal bekende Hagenaars (b.v. Hovius, Schiefbaan, Van Gogh)een stuk grond. De gemeentearchivaris stelde daarom, als tweede keus, voor om de namen van deze grondeigenaren als straatnaam te gebruiken.
Familie van Gogh
Aan de Loosduinseweg woonde de familie Van Gogh die voor tientallen jaren de houtzaagmolen Willem de Eerste bezat. Dit was, voor zover bekend, geen familie van Vincent. De werf was in de 19e eeuw in Den Haag een begrip. Vader A. van Gogh en zoon Hermanus Hendrik van Gogh leidden de houthandel. Herman van Gogh was van 1839-1879 ook nog brandweerman. De Van Goghstraat werd in 1891 vernoemd naar deze familie van Gogh
Vincent overleed in 1890 en was een vrijwel onbekende, maar zeker geen gewaardeerde schilder.DeVan Goghstraataan de rand van de Schilderswijk is dus niet vernoemd naar Vincent.
Gemiste kans
Als de naam niet reeds vergeven was aan de familie van Gogh, dan had Vincent wellicht in 1920 een straat gekregen in de schildersbuurt in het Benoordenhout. Bijvoorbeeld in de buurt van de Mauvestraat (aangetrouwde familie).
En als Vincent Van Gogh in de jaren 20 nog niet populair genoeg was, dan had hij zeker bij de uitbreiding van de schildersbuurt rond 1955 een straat in de buurt van de Breitnerlaan (zijn Haagse vriend) gekregen.