Spoorwijk

Spoorwijk werd tussen 1920 en 1931 aan de zuidkant van Den Haag gebouwd, vrijwel geheel in overeenstemming met het plan van de beroemde architect Berlage. De stedenbouwkundige opzet wordt bepaald door de gevorkte hoofdas van de Alberdingk Thijmstraat en de Potgieterstraat en door het kromme verloop van de Hildebrandstraat / Beetsstraat dat de aangrenzende spoorlijn volgt.

Spoorwijk

Spoorwijk werd tussen 1920 en 1931 aan de zuidkant van Den Haag gebouwd, vrijwel geheel in overeenstemming met het plan van de beroemde architect Berlage. De stedenbouwkundige opzet wordt bepaald door de gevorkte hoofdas van de Alberdingk Thijmstraat en de Potgieterstraat en door het kromme verloop van de Hildebrandstraat / Beetsstraat dat de aangrenzende spoorlijn volgt.

Na de Molenwijk was Spoorwijk de tweede wijk waar op grote schaal sociale woningbouw door de gemeente werd neergezet. De wijk, aangelegd in de voormalige Noordpolder, wordt begrensd door de spoorlijn Den Haag-Rotterdam, het riviertje de Laak, de Van Zeggelenlaan en de gemeente Rijswijk. Tussen 1995 en nu zijn grote delen van de wijk vernieuwd.

Lindo

In de nasleep van de Woningwet van 1901, werd Isaac Lindo, het hoofd van de Publieke Werken in Den Haag, belast met de ontwikkeling van een stedelijk plan voor de stad. Onder andere voor het gebied tussen de Broeksloot en het riviertje De Laak.

Mathematicus

Men verweet Lindo dat hij als een mathematicus te werk was gegaan en een meetkundig stratenplan had ontworpen. Het plan miste echter volgens critici belangrijke sociale infrastructurele elementen zoals ruimten voor winkels, scholen en religieuze instellingen.

Bezwaarschriften

Ondanks aanhoudende kritiek van de pers en verschillende raadsleden, handhaafde het stadsbestuur aanvankelijk het Plan Lindo. Dit standpunt werd echter geleidelijk onhoudbaar door de oplopende druk en de indiening van officiële bezwaarschriften.

Uiteindelijk gaven de Burgemeester en Wethouders toe aan de druk en kozen in 1907 voor een strategische koerswijziging door de aanstelling van Hendrik Berlage, een architect met een reeds gevestigde reputatie door zijn stadsuitbreidingsplannen voor Amsterdam. Berlage ontwierp in Den Haag het kantoor van De Nederlanden van 1845.

Berlage

Duur ontwerp

Het uitbreidingsplan van Berlage uit 1908 kreeg echter ook veel kritiek van onder andere de directeuren van diverse gemeentelijke diensten. Zij streefden ernaar om de eisen van de Woningwet met minimale financiële inzet te vervullen. Dit was ook de gedachtegang bij de B en W.

Deze financiële zorgen resulteerden in verlengde debatten, waardoor de uiteindelijke goedkeuring van het plan door de gemeenteraad pas in 1911 plaatsvond. Om de kosten van de woningen, en dus de woonlasten, te beperken werden uiteindelijk door de gemeente (omstreden) aangepaste grondprijzen toegepast.

In 1913 werd het plan bekrachtigd door het parlement. De gemeente Den Haag begon in 1925 met de bouw van de wijk dat zijn naam ontleent aan ‘de spoorbocht’ van de spoorlijn tussen Rijswijk en Den Haag Hollands Spoor.

De wijk

Spoorwijk, met een oppervlakte van 32 hectare, vormt een onderdeel van het stadsdeel Laak en is een treffend voorbeeld van de tuinstadgedachte die begin twintigste eeuw populair was. Deze stedenbouwkundige filosofie benadrukt het belang van groene ruimtes en een harmonieuze samenhang tussen wonen en natuur.

In Spoorwijk is dit concept duidelijk zichtbaar in de structuur van de wijk. De bebouwing is kleinschalig en het stratenpatroon is ontworpen met vele korte straatjes en gebogen lange straten. Dit ontwerp vermijdt lange rechte zichtlijnen, waardoor er een meer intieme en beschutte sfeer in de openbare ruimtes ontstaat.

Kleine huisjes

Gevoegd bij de relatief lage huisjes en brede straten met bomen, gaf dit geheel een knusse, dorpse tuinstadsfeer. Uitzondering op de eenvoudige, lage bebouwing vormden de bijzondere functies: scholen en kerken. Deze werden groter en zorgvuldig ontworpen om als stedenbouwkundig accent te dienen.

In Spoorwijk zijn verschillende karakteristieke stedenbouwkundige elementen aanwezig die de invloed van Hendrik Berlage’s ontwerpfilosofie weerspiegelen. Een opvallend kenmerk is de Alberdingk Thijmstraat, die breed en vorkvormig verloopt. Verder zijn er pleinvormige verbredingen van binnenstraten, zoals in de Schaapherderstraat.

De meeste woonstraten met smalle toegangen en een verbreding in het midden met een groenzone met gras en bomen zijn inmiddels gesloopt en vervangen door stadsvernieuwing.

Kerken

Spoorwijk werd lange tijd gedomineerd door twee grote kerken: de hervormde Oranjekerk en de rooms-katholieke Jeroenkerk. Beide zijn in de jaren negentig afgebrand en afgebroken.

Jeroen en Oranje

De St. Jeroenkerk was in 1928 het eerste gebouw dat in Spoorwijk werd neergezet. De heilige Jeroen was de eerste pastoor van Noordwijk. Hij werd bij een inval van de Noormannen vermoord. Rondom de kerk verrezen verschillende katholieke scholen: de Mariaschool voor kleuters (gesloopt in 1989), de Jeroenschool voor meisjes (gesloopt in 2007), de Jozefschool voor jongens (gesloten in 1971 en gesloopt in 1994) en een huishoudschool.

In 1928 was de Jeroenkerk het eerste gebouw in Spoorwijk, gevolgd door de oprichting van meerdere katholieke onderwijsinstellingen zoals de Mariaschool (kleuterschool, gesloopt in 1989), de Jeroenschool voor de meisjes (gesloopt in 2007), de Jozefschool voor de jongens (gesloten in 1971 en gesloopt in 1994) en een huishoudschool. Deze kerken en scholen vormden het hart van de katholieke gemeenschap in de wijk.

Een paar straten in de omgeving (met zwarte in plaats van oranje pannen op het dak) werden vrijwel uitsluitend door katholieken bewoond.

De Oranjekerk, geopend in 1935 door koningin Wilhelmina, droeg de naam van het Nederlandse koningshuis, het huis van Oranje.

Na de sluiting van deze kerken rond 1990, een periode waarin de kerkgang afnam, zochten de kerkgemeenschappen hun toevlucht in kleinere panden.

Scholen

  • Mariaschool (kleuterschool, gesloopt in 1989),
  • Jeroenschool voor de meisjes (Rosseelsstraat 100, gesloopt in 2007)
    • In 2008 werd op ongeveer dezelfde plek een nieuwe Jeroenschool gebouwd. De ingang werd verplaatst naar de Guido Gezellestraat 51.
  • Jozefschool voor de jongens (Rosseelsstraat 98, gesloten in 1971 en gesloopt in 1994)
  • Huishoudschool.
  • Busken Huetschool Gesticht op 10 maart 1926 aan de Busken Huetstraat 30. In 1985 werd, na een fusie, de naam veranderd in De Spoorzoeker. In 1992 werd het oude pand vervangen door nieuwbouw.
  • Alberda school. Op 20 maart 1923 werd de Alberdingk Thijmpleinschool geopend op het Alberdingk Thijmplein 33. In 1948 werd de naam veranderd in ir. J.W. Albardaschool. De school stopte in 1985. In 2014 werd het pand verbouwd tot een hindoe tempel.
  • Aan de Beetsstraat 88-90 stond een school die uit twee scholen bestond (beneden en boven).
    • Ds. Sikkelschool (beneden). De school werd op 1 oktober 1923 geopend en gevestigd aan het Alberdingk Thijmplein 30. Later verhuisde de Sikkelschool naar de Beetsstraat. In 1985 werd de naam veranderd in Het Mozaïek.
    • Karel Doormanschool (boven). De school werd op 1 april 1925 geopend als Openbare Lagere School Beetsstraat. De school werd in 1961 opgeheven.
    • Prinses Marijkeschool (kleuterschool, tot 1985).

Veranderingen

Klein

De huizen in Spoorwijk waren van oorsprong arbeiderswoningen en erg klein (minder dan 50 m2) en ook in andere opzichten sterk verouderd. Het waren laagbouwwoningen met een schuine kap, die in dichte eenheden in de wijk werden gebouwd.

Door de toename van met name het autobezit veranderde de woonomgeving in Spoorwijk sterk. De voortuinen maakten plaats voor geparkeerde auto’s en het verkeer op straat werd drukker.

In de jaren 1980 veranderde als gevolg van de stadsvernieuwing ergens anders in de stad de bewonerssamenstelling van Spoorwijk. Door het grote aantal goedkope huurwoningen kwamen veel buitenlandse gastarbeiders in de wijk wonen en vertrok het merendeel van de oorspronkelijke bewoners naar elders.

Renovatie

Vanaf 1997 werd de gehele buurt gerenoveerd. Er werd gestart met de afbraak van twee woonblokken in het centrum en de aanleg van het buurtpark het Hof van Heden dat hiervoor de Nieuwe Stad Prijs kreeg. De gehele Nannostraat werd hiervoor afgebroken. Het onaantastbare stratenpatroon van Berlage bleef echter wel gehandhaafd.

De hele wijk is inmiddels vernieuwd. 1300 oude huizen (60%) maakten plaats voor 750 nieuwbouwwoningen.

Het stratenpatroon bleef behouden maar er kwam meer variatie in woningtypen (eengezinswoningen, seniorenwoningen en appartementen). Een flink deel van de nieuwbouw bestaat uit koopwoningen.

Bewoners

Spoorwijk is een multiculturele wijk en de oude volksbuurtsfeer is nog altijd te herkennen. Op dit moment is de verhouding eengezinswoningen-appartementen gelijk, met een groter aandeel corporatiebezit (57%) dan particulier bezit.

De samenstelling van de huishoudens is divers en evenredig verdeeld van eenpersoonshuishoudens tot samenwonend met en zonder kinderen. Meer dan de helft van de huishoudens heeft een laag inkomen.

Op 1 januari 2013 behoorde 30,5% van de bevolking tot de jongeren onder 20 jaar, 6,2% tot de ouderen en de rest – 63,2% – tot de 20-64 jarigen.

Vergeleken met Den Haag heeft Spoorwijk procentueel ongeveer evenveel inwoners in de leeftijd 20-64 jaar. De gemiddelde leeftijd van de inwoners van Spoorwijk was 32,8 jaar en was daarmee lager dan de gemiddelde leeftijd van alle Haagse inwoners. De meerderheid van de bewoners heeft een migratieachtergrond (76%), waarbij deze groep zeer divers is samengesteld.

Straatnamen

Toen de straatnamen in Spoorwijk in 1920 vastgesteld werden, was de 19e eeuw net voorbij. De schrijvers uit die periode lagen nog goed in het geheugen en werden met straatnamen geëerd.

Record

Het belangrijkste boek van de 19e eeuw was ongetwijfeld de Camera Obscura van Hildebrand. Hildebrand was een pseunoniem van Nicolaas Beets. Dit leverde de Camera Obscurastraat, de Hildebrandstraat en de Beetsstraat op.

Diverse romanfiguren uit de Camera Obscura kregen ook een straatnaam toebedeeld, te weten: Stastokstraat (sinds 1921), Bartje Blomhof (sinds 2004), Grietje van Burenhof (sinds 2004), Henriëtte Keggehof (sinds 2009), Mevrouw Dorbeenhof (sinds 2002), Robertus Nurkshof (sinds 2008), Van der Hoogenhof (sinds 2009), Van Nagelhof (sinds 2004), Rudolf van Brammenstraat (sinds 2004). De Keggestraat uit 1921 werd in 2001 gesloopt.

Nicolaas Beets is met deze twaalf straatnamen de koploper.

Jan Goeverneur heeft de belangrijkste straat van SpoorwijkLaakkwartier toebedeeld gekregen, de Goeverneurlaan. Goeverneur is vooral bekend van het nog steeds populaire kinderliedje Grootvaders klok en de roman De avonturen van Prikkebeen

Eduard Douwes Dekker was een Nederlands schrijver, bekend onder het pseudoniem Multatuli. Hij schreef de baanbrekende roman Max Havelaar. Hij heeft drie straten in Spoorwijk: De Douwes Dekkerstraat, de Multatulistraat en de Max Haverlaarstraat (roman uit 1859).

Carel Vosmaer was een Haagse letterkundige. Hij kreeg ook drie straten in Den Haag: de Vosmaerstraat, de Amazonestraat (zijn roman uit 1880) en de Nannostraat (roman uit 1883). De Nannostraat werd in 1997 afgebroken.

Ook Coenrad Busken Huet was een Haags letterkundige. Twee straatnamen, de Busken Huetstraat en de Lidewijdestraat (roman uit 1868).

Jan Oltmans schreef in 1838 De Schaapherder. Twee straatnamen, de Oltmansstraat en de Schaapherderstraat.

Johannes Hasebroek schreef onder het Pseunoniem Jonathan. Ook twee straatnamen, de Hasebroekstraat en de Jonathanstraat.

Hendrik Jan Schimmel schreef in 1875 de roman Sinjeur Semeyns. Twee straatnamen, te weten de Schimmelweg aan de rand van Spoorwijk en de Sinjeur Semeynsweg.

Josephus Alberdingk Thijm stond vooral bekend als een prominent rooms katholiek schrijver. Hij kreeg een straat en een plein.

Herman Schaepman was een katholieke priester die belangrijk was voor de katholieke Nederlanders. Hij schreef ook af en toe een gedicht. Schaepman werd meestal aangeduid als Dr. Schaepman (en niet Doctor Schaepman). Hij kreeg een straatnaam, de Dr. Schaepmanstraat.

Guido Gezelle, Prudens van Duysen en Hugo Verriest waren Vlaamse dichters. Ieder een straatnaam.

Jan Kneppelhout, Jan Wap, Cornelis van Koetsveld en Willem van Zeggelen waren allen schrijvers.

Spoorwijk

Leuke info over Spoorwijk

Conrad Busken Huet was een beroemd 19e eeuw criticus. Onder de tabbladen verschillende stukjes die hij schreef over in Spoorwijk vernoemde schrijvers.