Slag om Den Haag

Op 16 maart 1940 om 13.30 besprak Adolf Hitler met zijn generaals het aanvalsplan tegen West-Europa. Kolonel-generaal Von Bock legde uit dat zijn luchtlandingseenheden drie dagen moesten zien stand te houden in de Vesting Holland. Hitler antwoordde hierop : 'Die Widerstandskraft Hollands sei nur sehr gering einzuschätzen.' De slagkracht van Nederland is zeer klein.

Slag om Den Haag

Op 16 maart 1940 om 13.30 besprak Adolf Hitler met zijn generaals het aanvalsplan tegen West-Europa. Kolonel-generaal Von Bock legde uit dat zijn luchtlandingseenheden drie dagen moesten zien stand te houden in de Vesting Holland. Hitler antwoordde hierop : ‘Die Widerstandskraft Hollands sei nur sehr gering einzuschätzen.’ De slagkracht van Nederland is zeer klein.

Nederland was tijden de Eerste Wereldoorlog neutraal gebleven. En deze neutraliteit was blijvend, althans dat was lange tijd de verwachting. En zelfs toen Engeland en Frankrijk op 3 september 1939 Duitsland de oorlog verklaarden, maakte de regering bekend dat Nederland neutraal zou blijven.

Neutraal

De Generale Staf sectie III (GS III) werd aan het begin van de Eerste Wereldoorlog in 1914 opgericht aan het Lange Voorhout 7. Deze eerste Nederlandse militaire inlichtingendienst onderhield al rond 1916 via de latere secretaris van het koningshuis François van ’t Sant nauw contact met de Britse Secret Intelligence Service (SIS).

Tijdens de neutrale jaren bleef de GS III op de achtergrond samenwerken met de Engelse geheime dienst dat een kantoor huurde op de Nieuwe Parklaan. De Nederlandse spionnen, GS III, opereerden in de jaren 1930 vanuit het Lange Voorhout 52.

Via deze contacten werd geregeld dat tachtig procent van de Nederlandse goudreserve naar Engeland en de VS verscheept werd. Er kwam een radioverbinding tussen de Nederlandse marine en de Admirality in Londen en de Nederlandse vloot ontving gegevens over het herkenningssein van de Britse marine.

Verder was de verwachting dat de Engelsen (en de Fransen) bij een Duitse aanval zouden komen helpen.

Bewapening

In handelsland Nederland werd de militaire bewapening lange tijd als geldverspilling gezien. Het leger werd geminacht door een deel van de bevolking en op het militaire apparaat werd voortdurend bezuinigd.

Haags tintje

In 1922 kreeg de bewapening van de Nederlandse luchtmacht een Haags tintje toen de Nationale Vliegtuig Industrie, NVI, werd gesticht. Dit jonge bedrijf probeerde vanaf het Calandplein nummer 1 te concurreren met Fokker. Het bedrijf ontwikkelde het eerste driemotorige vliegtuig van Nederland, maar kon de concurrentie toch niet aan. NVI ging rond 1929 failliet.

Dit bedrijf moet overigens niet verward worden met de VIH, de Vliegtuig Industrie Holland uit Voorburg-Rijswijk, dat al in 1925 failliet ging. De boedel werd hier overgenomen door de Haagse meubelmaker Pander aan de Zuid-Binnensingel 3 (nu Buitenom).

Verouderd en traag

Het leger had na de Eerste Wereldoorlog (1918) meer dan duizend Vickers zware mitrailleurs overgenomen van het Engelse War Office. Deze prima wapens waren in de jaren 1930 nog steeds in gebruik. Het persoonlijke wapen van de Nederlandse soldaat was de M.95. Dit geweer stamde echter uit 1895 en was verouderd.

In 1935 startte de modernisering en uitbreiding van de Nederlandse luchtmacht. Er kwam een tienjarenplan dat later een vierjarenplan werd. Het gevolg was dat er bij het uitbreken van de oorlog vrijwel geen moderne luchtverdediging was.

De chef van de Generale Staf Izaäk Reijnders wilde in 1937 honderden pantserwagens aanschaffen omdat ‘de militairen nu op te knappen hadden wat de heren politici al die jaren hadden verknoeid’. Hij was echter te laat. Nederland bezat bij het uitbreken van de oorlog over slechts 26 moderne Zweedse Landsverk pantserwagens en zeven Nederlandse DAF M.39 pantserwagens.

Ypenburg

In 1935 legde men voor de Haagse Aeroclub een vliegveld aan op het terrein van het voormalige landgoed Ypenburg. De feestelijke opening was op 29 augustus 1936 en al op 1 juni 1937 werd de 100.000ste bezoeker begroet.

Slechts drie jaar na de opening, in 1939, nam het Nederlandse leger het vliegveld over. In 1940 stationeerde men er Fokker-jachtvliegtuigen en twaalf lichte Douglas 8A bommenwerpers. De Fokker-vliegtuigen waren echter verouderd en voor de bommenwerpers waren geen bommen aangeschaft. Hierdoor werden ze noodgedwongen ingezet als tweepersoonsjagers.

Op het vliegveld waren ook de verkenningseenheden van het veldleger aanwezig. Deze kwamen vanuit Soesterberg. Dit betrof vijf FK-51’s en zeven oudere C-5’s. Daarnaast waren er twee afdelingen jagers gestationeerd: negen D-21’s en elf Douglas-toestellen.

Ockenburg

Al in 1915 werd in een schuur op het landgoed Ockenburg een vliegtuig gebouwd. Er was een provisorisch vliegveldje, maar veel stelde het niet voor. Veel later werd op deze plek het Gemeentelijke Sportpark Ockenburg aangelegd.
Vanwege de oorlogsdreiging werden in 1939 de sportvelden door de overheid gevorderd. Het hulpvliegveld lag in het verlengde van de Laan van Meerdervoort en was 650 bij ruim 200 m. groot. Hier werden vijf onbruikbare Douglas toestellen en twee Fokkers G1 gestationeerd.

10 mei 1940 Fall Festung

Baron Voorst tot Voorst

Op de vroege ochtend van 10 mei 1940, om 3.50 uur, werd generaal-majoor Baron Van Voorst tot Voorst uit zijn bed gebeld. Hij hoorde dat de Duitse troepen de Nederlandse grens bij Kerkrade en Vaals waren overgestoken. De generaal-majoor fietste daarna onmiddellijk van zijn woning in de Nassaubuurt naar het hoofdkwartier van de Generale Staf, gevestigd aan het Lange Voorhout 7.

Tijdens deze korte rit werd Den Haag overvlogen door Duitse vliegtuigen. Deze wierpen strooibiljetten met een oranje rand naar beneden, waarop stond: ‘Sterke Duitse troepeneenheden hebben de stad omsingeld. Jeder weerstand heeft geen zin meer.’ Dit was echter een staaltje wishful thinking. In werkelijkheid ondervonden de genoemde sterke Duitse troepeneenheden aanzienlijke problemen aan de randen van Den Haag, waardoor de situatie minder hopeloos was dan de Duitsers deden voorkomen.

Graf Von Sponeck

De bliksemaanval op Den Haag werd geleid door Generalleutnant Hans Graf von Sponeck, van het 22. Luftlande Infanteriedivision. Deze divisie van 10.000 soldaten werd in drieën gesplitst waarbij 4900 man naar Ypenburg gestuuurd werd, 1050 naar Ockenburgh en de rest naar het vliegveld Valkenburg, bij Katwijk.

Het was de bedoeling dat het koningshuis en de regering binnen een dag aangehouden zouden worden. Von Sponeck zou daarbij een bos bloemen aanbieden aan koningin Wilhelmina.

Ypenburg, gelegen tussen Delft en ‘s-Gravenhage, was van bijzonder belang. Het vliegveld beheerste het terrein ten oosten van Den Haag en bood de mogelijkheid om belangrijke verkeerswegen naar Rotterdam en Utrecht te blokkeren. Deze wegen waren ook uitermate geschikt om in noodgevallen als landingsbanen te dienen, wat een tactisch voordeel bood voor de Duitse luchtlandingen.

Daarnaast waren de weilanden rond het vliegterrein Ypenburg ideaal voor het afwerpen van parachutisten. Dit gaf de Duitse troepen de mogelijkheid om snel en effectief troepen te mobiliseren en te positioneren in en rondom Den Haag.

Voor deze operatie werden grote aantallen Junkers Ju-52-vliegtuigen ingezet. Deze driemotorige transportvliegtuigen hadden een capaciteit van ongeveer achttien militairen per toestel, of een zelfde gewicht aan materiaal zoals licht geschut en motorrijwielen.

Generalleutnant Von Sponeck zelf landde op het strand bij Kijkduin, terwijl zijn radio-afdeling neerstreek op Ockenburgh.

De kazernes

Als eerste bombardeerden de Duitsers om 04:00 uur de Legerkazerne Nieuwe Alexander (66 doden) en het aangrenzende Legerkamp Waalsdorp (58 doden).

De vliegvelden

Ypenburg

De Nederlandse luchtmacht had slechts 23 moderne Fokker G-1 jachtvliegtuigen. De rest van de vliegtuigen was of verouderd of ongeschikt. Ze stonden opgesteld op de vliegvelden ‘De Kooy’ (Den Helder), Bergen, Schiphol, Hilversum, Ruigenhoek (Noordwijkerhout), Waalhaven, Gilze-Rijen en Ypenburg. Dat is een gemiddelde van drie moderne vliegtuigen per vliegveld.

Het vliegveld Ypenburg werd bewaakt door een bataljon grenadiers en zes moderne pantserwagens. Deze bewaakten het vliegveld zelf en de toegangen vanuit Delft en Den Haag.

Om 4 uur werd Ypenburg gebombardeerd. De beschikbare vliegtuigen waren echter al in de lucht en gingen het gevecht aan met een overmacht aan Duitse Messerschmitts.
De Douglas 8A vliegtuigen ‘werden binnen het uur als wilde eenden uit de lucht geschoten’. De Fokkers konden het gevecht echter goed aan.

De eerste 500 Duitse fallschirmjäger moest op Ypenburg een bruggenhoofd maken en de navolgende transportvliegtuigen beschermen. Deze parachutisten landden echter ver van Ypenburg en moesten zich een weg naar het vliegveld vechten. De Nederlandse verdediging kon daardoor de transportvliegtuigen die vanaf 5.24 uur arriveerden vernietigen. Het vliegveld raakte bezaaid met de wrakken van ongeveer 25 Junkers vliegtuigen. Het vliegveld werd onbruikbaar voor verdere landingen.

Toen om 7 uur de Duitse parachutisten eindelijk op Ypenburg aankwamen, konden ze een deel van het vliegveld veroveren. Deze verovering was echter van korte duur want nadat het Nederlandse geschut arriveerde, kwam het vliegveld om 15.30 uur weer in Nederlandse handen. Tijdens deze gevechten sneuvelden 87 Nederlandse militairen van de Landmacht.

Ockenburgh

De soldaten bij Ockenburg zagen om 4 uur de gevechten bij Ypenburg en even later om 4:45 uur landden vier Nederlandse vliegtuigen die op zoek waren naar munitie en benzine.

Laag overvliegende Duitse jagers maakten het bevoorraden van de Nederlandse vliegtuigen onmogelijk. Even later landden Duitse parachutisten, direct gevolgd door 26 transportvliegtuigen. In de daaropvolgende gevechten sneuvelden 24 Nederlandse soldaten en raakten 18 mannen gewond. Binnen enkele uren hadden de Duitsers het vliegveld Ockenburgh in handen.

Om 8 uur opende het Nederlandse geschut in Poeldijk echter het vuur op het vliegveld en geholpen door drie Fokkers werd de Wehrmacht van het vliegveld verdreven. Het 1e Bataljon Grenadiers heroverde vervolgens het inmiddels onbruikbaar geworden vliegveld Ockenburgh. De Nederlandse verliezen waren echter groot, met de 22e Depotcompagnie bewakingstroepen als een van de zwaarst getroffen eenheden van het Nederlandse leger.

Mislukt

Van de eerste groep transportvliegtuigen die waren vertrokken naar Valkenburg, Ypenburg en Ockenburgh, was slechts een klein deel naar Duitsland teruggekeerd. Generaal Kesselring, de commandant van Luftflotte 2, maakte zich gedurende de dag steeds meer zorgen. Hij hoorde namelijk niets van Graaf von Sponeck. Kesselring concludeerde daarop dat de operaties van de 22ste Luftlande-Division in wezen mislukt waren. Besloten werd om de troepen die nog doorvochten bevel te geven auf den Platz südlich Delft zurückzuziehen.

Documenten

In de middag van 10 mei werden in de neergehaalde Duitse transportvliegtuigen belangrijke documenten gevonden, waaronder marsbevelen, operationele orders en inlichtingenmateriaal. Ook werden diezelfde dag in een neergestort vliegtuig in de Adelheidstraat geheime Duitse documenten bemachtigd.

Op de kaarten van gesneuvelde parachutisten werd schetsmatig aangegeven wat de route was naar het het “Königliches Schloss” (Paleis Noordeinde), het Huis ten Bosch, het hoofdkwartier van generaal Winkelman aan het Lange Voorhout, de belangrijkste regeringsgebouwen en de energie-bedrijven. Deze vondsten onthulden de Duitse plannen om de koningin, de regering en de Generale Staf gevangen te nemen.

Adelheidstraat

Al aan het begin van de Slag om Den Haag werd een Duits transportvliegtuig uit de lucht geschoten. Een motor stortte op een woning op het Louise de Colignyplein. De rest van het toestel kwam in de Adelheidstraat bij nummer 170 terecht (bij de Juliana van Stolberglaan). De brandweer rukte uit vanuit de Louise Henriettestraat en de Rijswijkseweg en bluste het vuur.

De twaalf inzittenden waren dood, maar de inlichtingendienst haalde even later wel een tas met de Duitse aanvalsplannen uit het wrak. Met onder andere een routekaartje waarop aangegeven stond hoe men van vliegveld Ockenburgh naar het paleis Noordeinde moest rijden.

Casuariestraat

Op het dak van de Academie voor Beeldende Kunsten aan de Prinsessegracht stond luchtdoelgeschut opgesteld. Deze opstelling was bedoeld om aanvallen vanuit de lucht af te weren.
De Duitse luchtmacht, de Luftwaffe, probeerde deze machinegeweren te vernietigen. Ze misten ze echter hun doel en troffen in plaats daarvan het Huis van Bewaring aan de Casuariestraat. Het pand werd volledig verwoest met vele doden als gevolg.

Daarnaast werd ook Huize Bethlehem, een rooms-katholieke kraamkliniek gelegen aan de Prinsessegracht, getroffen door de luchtaanvallen.

Vlucht

Op 13 mei 1940, tijdens Pinksteren, landden 651 Britse soldaten van de zogeheten Harpoon Force bij Hoek van Holland. Diezelfde dag arriveerden hier koningin Wilhelmina en leden van de Nederlandse regering. Ze werden door de Britten geëvacueerd. Slechts 48 uur na hun vertrek uit Engeland keerde de Harpoon Force alweer terug naar hun basis in Camberley.

De vlucht van Wilhelmina was niet volledig spontaan; er waren al voorbereidingen getroffen, zoals het overmaken van geld naar Engeland en het bekijken van vluchtroutes door prins Bernhard. Ook waren er afspraken met de Britten om asiel te verlenen aan de koningin en de regering in geval van een Duitse invasie.

Capitulatie

De officiële Nederlandse overgave werd in de nacht van 14 op 15 mei 1940 getekend in een schoolgebouw in Rijsoord, vlakbij Rotterdam. Generaal Henri Winkelman, de Nederlandse opperbevelhebber, tekende namens Nederland.

Overgave

Na de capitulatie keerden de legereenheden terug naar waar zij voor de oorlog gelegerd waren. De in Den Haag gelegerde troepen moesten op het Binnenhof hun wapens aan de Duitsers inleveren.

Na de oorlog

Voorst tot voorst

Na de oorlog, op 11 december 1945 kreeg de Generaal Majoor H. F. M. baron van Voorst tot Voorst eervol ontslag uit het leger.
Vier jaar later werd zijn naam voor ‘eeuwig’ verbonden aan de kerk vlakbij zijn woonhuis, de katholieke Sint – Paschalis Baylon kerk aan de Wassenaarseweg. Tijdens de oorlog waren de klokken van de kerk namelijk door de Duitsers gestolen. En op 22 december 1949 wijdde de deken de drie nieuwe klokken in. De middelste klok van 850 kg kreeg de naam Herman Felicitas, de voornamen van de baron en zijn vrouw.

Grenadiers en Jagers

De regimenten Grenadiers en Jagers hebben een belangrijke rol gespeeld bij de strijd om Ypenburg en Ockenburgh.
Het Monument Grenadiers en Jagers (1951) is een bronzen beeld van kunstenaar Dirk Bus en meet ongeveer 385 cm. Het staat op een natuurstenen sokkel waarin de emblemen van het regiment zijn uitgehouwen, waaronder een granaat en een hoorn. Het stond aan de Hofweg (1951), de Johan de Wittlaan, ter hoogte van Stadhoudersplantsoen (1964) en Bottgerwater (2010).

Herinneringsplaquette

Op 14 mei 1990 was het exact vijftig jaar nadat generaal H.G. Winkelman besloot de strijd tegen de Duitse overmacht te staken. Zijn dochter, A.E. Winkelman en chef Defensiestaf generaal P.J. Graaff onthulden daarom een herinneringsplaquette aan de gevel van Lange Voorhout 7, het pand waar Winkelman destijds zijn werkkamer had.
Inscriptie: ‘Op 10 mei 1940 werd Nederland door de Duitse inval in de Tweede Wereloorlog betrokken. In dit gebouw, waar het Algemeen Hoofdkwartier van de opperbevelhebber van Land-en Zeemacht was gevestigd, besloot Opperbevelhebber generaal H.G. Winkelman op 14 mei 1940 tot de capitulatie.'” Ter herinnering hieraan is deze plaquette vijftig jaar na deze gebeurtenis aangebracht’.

Ypenburg dicht

Op 20 september 1991 ging na 55 jaar gaat Haagse vliegveld Ypenburg in de gemeente Rijswijk voorgoed dicht.

Monument Alexanderkazerne

Het monument van net na de oorlog met een tekst en een plattegrond van de Alexanderkazerne herdenkt de 66 soldaten die daar bij het bombardement om het leven kwamen en kreeg een plaats in de kazerne. Toen de Alexanderkazerne rond 2010 werd afgebroken, werd besloten om de gedenksteen in een nieuwe versie aan de openbare weg te plaatsen (2016). De tekst:
Op 10 mei 1940 omstreeks 04.00 uur
bombardeerde de Duitse luchtmacht de
Alexanderkazerne.
Hierdoor kwamen drie korporaals en
drieënzestig huzaren van het Wapen der
Cavalerie om het leven.

In Den Haag zijn verdeeld over drie buurten, diverse straten vernoemd naar Nederlandse soldaten die bij de slag om Den Haag sneuvelden.

De Tweede Wereldoorlog in het kort

  • 1 september 1939 – Duitse inval in Polen
  • 10 mei 1940 – Duitse inval in Nederland
  • 10 juli 1940 – Slag om Engeland
  • 22 juni 1941 – Duitse inval in de Sovjet-Unie
  • 7 december 1941 – Japanse inval op Pearl Harbor
  • 23 augustus 1942 – 2 februari 1943 – Slag om Stalingrad
  • 6 juni 1944 – D-Day
  • 25 augustus 1944 – Bevrijding van Parijs
  • 17-25 september 1944 – Slag om Arnhem
  • 4-11 februari 1945 – Conferentie van Jalta
  • Vanaf januari 1945 – Bevrijding van concentratie- en vernietigingskampen
  • 7 mei 1945 – Capitulatie van Duitsland aan de geallieerden
  • 8 mei 1945 – Capitulatie van Duitsland aan de Sovjets
  • 6 augustus en 9 augustus 1945 – Atoombommen op Hiroshima en Nagasaki
  • 15 augustus 1945 – Capitulatie van Japan en bevrijding van Nederlands-Indië
  • 2 september 1945: Japan tekent de overgave, waardoor de Tweede Wereldoorlog officieel eindigt.
Leuk

Andere veldslagen

  • Slag om Engeland: Na de val van Frankrijk probeerde Duitsland in 1940 Groot-Brittannië te veroveren via luchtoorlog. De Britse Royal Air Force wist de Duitse Luftwaffe te verslaan, waardoor een invasie werd voorkomen. Dit was de eerste grote nederlaag van Duitsland.
  • Slag om Stalingrad: Dit was een belangrijke slag die werd gevochten tussen nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie. Het duurde van augustus 1942 tot februari 1943 en resulteerde in een overwinning voor de Sovjets. De slag was een keerpunt in de oorlog en markeerde het begin van het einde voor nazi-Duitsland.
  • Slag om Midway: Dit was een zeeslag die werd gevochten tussen de Verenigde Staten en Japan in juni 1942. De Verenigde Staten behaalden een beslissende overwinning, waarbij vier Japanse vliegdekschepen werden tot zinken gebracht en veel vliegtuigen werden vernietigd. De slag markeerde het keerpunt in de Pacific-oorlog en zette de Verenigde Staten in de aanval.
  • Slag om Normandië: Dit was een belangrijke slag die werd gevochten tussen de geallieerde troepen en nazi-Duitsland in juni 1944. Het was de grootste amfibische invasie in de geschiedenis en omvatte de landing van meer dan 156.000 troepen op de stranden van Normandië. De slag was een beslissende overwinning voor de geallieerden en markeerde het begin van het einde voor nazi-Duitsland in West-Europa.
  • Slag om de Ardennen: Dit was een belangrijke slag die werd gevochten tussen nazi-Duitsland en de geallieerde troepen in december 1944. Het was de laatste grote Duitse aanval van de oorlog en omvatte een verrassingsaanval op de geallieerde linies in het Ardennenwoud. De slag was een kostbare overwinning voor de geallieerden, maar markeerde het einde van het vermogen van nazi-Duitsland om grootschalige aanvallen te lanceren.
  • Slag om Berlijn: Dit was de laatste grote slag van de oorlog in Europa en werd gevochten tussen de Sovjet-Unie en nazi-Duitsland in april en mei 1945. De slag resulteerde in een overwinning voor de Sovjets en de inname van Berlijn. Het markeerde het einde van de oorlog in Europa en het begin van de Koude Oorlog.