Physical Address
304 North Cardinal St.
Dorchester Center, MA 02124
Physical Address
304 North Cardinal St.
Dorchester Center, MA 02124
Aan het begin van de twintigste eeuw ontstond een discussie over welke straatnaam er eerder was. En belangrijker nog, welke naam was de juiste; de Laan van Nieuw Oost-Indië in Den Haag of de Laan van Nieuw Oosteinde in Voorburg.
Sinds mensenheugenis liep door het Haagse Bos een oude grafelijke route. Hier sloot sinds 1400 de Wervelaan op aan. Deze weg lieprechtstreeks naarHuis de Werve in Voorburg (nu Park de Werve).
In de buurt van de Oostelijke boschsloot in het Bezuidenhout bevond zich sinds 1686 een herberg en uitspanning genaamd Nieuw Oost-Inje. In 1752 werd het uithangbord voor het laatst gezien, waarna de buitengelegenheid in twee percelen werd opgesplitst. Vanaf dat moment had de weg twee namen; Wervelaan en Laan van Nieuw Oost-Indië. Deze laan liep door Den Haag en Voorburg, maar in het Voorburgse deel stond hij bekend als Laan van Nieuw Oosteinde.
In 1748 werd de bestrating van een deel van de weg, van de Laan van Nieuw Oostindie tot aan het Huis ten Bosch, aangepakt. Het initiatief hiervoor werd genomen door stadhouder Willem IV, die zich toen net in Den Haag had gevestigd.
Aan deze belangrijke weg kon geld verdiend worden, en zo werd op 6 augustus 1658 een tolhuisje geplaatst. De Staten van Holland en Westfriesland hadden hiervoor octrooi verleend. De bekende Jacob Cats in zijn functie vangrootzegelbewaarder der Staten en der grafelijkheid Holland had zijn handtekening gezet.
Gedurende de volgende 270 jaar (tot augustus 1928) moesten alle voorbijgangers een doorgangsbedrag aan de tollenaar betalen.
De Tolstand stond lange tijd op de oude grens tussen Den Haag en Voorburg, bij de kruising van de Schenkkade en de Laan van NOI. Op 16 juli 1907 werd de stadsgrens verplaatst naar de huidige locatie, net voorbij het treinviaduct.
Het tolgeld werd geïnd door de Maatschappij Laan van Nieuw Oost-Indië. Het is echter opvallend dat de tarieven welke in het octrooi werden aangegeven in 270 jaar nauwelijks wijzigden. Ze werden zelfs verlaagd.In het octrooi uit 1658 werd bepaald dat een persoon te voet 5 cent diende neer te tellen, terwijl dit in 1920 nog slechts 2 cent kostte.
Bovenop de rechterzuil van het tolhek was een elegant houten huisje geplaatst, met daarin een bel. Een klant die voor het gesloten hek stond, kon met deze bel de tolgaarder in het naastgelegen huisje waarschuwen.
In het eerste decennium van de 20e eeuw kreeg de oude tolweg concurrentie van de nieuwe en tolvrije Koningin Wilhelminalaan (Voorburg), aan de Haagse kant aansluitend op de Tweede Adelheidstraat.
Verschillende soorten verkeer begonnen het tolheffen te ontwijken, zeker toen in de jaren twintig de crisis uitbrak. Verder waren de tolpoortjes een sta in de weg geworden voor het alsmaar uitdijende gemotoriseerde verkeer.Op 18 augustus 1928 werd het tolgeld dan ook afgeschaft.
Vanaf de eerste dag dat het tolgeld opgeheven werd, werd het zeer druk bij de smalle doorgang. Alleen vanuit Voorburg mochten auto’s en motorrijwielen van de weg gebruik maken. In de richting Voorburg was de Koningin Wilhelminalaan de aangewezen route voor deze categorie weggebruikers.
De Laan van Nieuw Oost-Indië ontpopte zich in snel tempo tot een verkeersweg van internationale allure en werd zo onderdeel van de grote verkeersweg A-Utrecht- Scheveningen.
De weg werd op Voorburgs gebied ook de slagader van een nieuwe woonwijk. Verder werd in deze periode het landweggetje door het Haagse Bos een forse doorgaande weg die het bos definitief in tweeën hakte.Pas na de ingebruikname van de Utrechtsebaan in 1976 verminderde de betekenis van de Laan van NOI.
In 1990 betrok het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de nieuwbouw bij het station Laan van Nieuw Oost-Indië. Het gebouw werd ontworpen door H. Hertzberger.
Het Javagebouw van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) ligt aan de andere kant van de straat. De hoofdentree wordt gemarkeerd door een betonnen poort.
Op 1 mei 1907 werd het station van de Z.H.E.S.M. geopend. Het eenvoudige lage haltegebouw aan de voet van de spoordijk gaf toegang tot de tunnel naar de perrons. Dit station was belangrijk voor de ontwikkeling van het Bezuidenhoutkwartier, omdat de wijk hierdoor ook goed bereikbaar werd voor Rotterdamse zakenlieden die zich dan ook met velen in de wijk vestigden.
Het stationnetje werd stapsgewijs aanzienlijk uitgebreid. Het huidige station dat op 15 november 1977 werd opengesteld, ligt aan de Anna van Hannoverstraat en telt maar liefst zes sporen.In 1977 werd ook de naam van Station Laan van Nieuw Oost-Indië veranderd in Station Den Haag Laan van NOI, omdat de oorspronkelijke naam te lang was.
In 2000 werd het station weer verbouwd zodat alle perrons met liften te bereiken werden. Een paar jaar later werden de perrons aan de kant van het stationsgebouw aangepast aan de metro- en sneltramstellen van RandstadRail.
Aan het einde van de oorlog probeerde Hitler met vliegende bommen de oorlog de goede kant op te sturen. Vooral Londen en Antwerpen hadden zwaar te lijden van de aanvallen met deze V-2’s. De verplaatsbare Duitse installaties stonden onder andere in Den Haag.
De geallieerden (Engelsen en Amerikanen) wisten dat de lanceerinstallatie in het Haagse Bos verstopt stond. Om verschillende redenen vlogen op 3 maart 1945 de bommenwerpers het bos voorbij en lieten hun bommen vallen op het Bezuidenhout.Een groot deel van het Bezuidenhout en een stuk van de wijk Voorhout werden verwoest en meer dan vijfhonderd mensen kwamen om het leven.
De grootste verwoesting werd aangericht in het gebied tussen de Laan vanNieuw Oost Indië, de Bezuidenhoutseweg,de Van den Boschstraat (nu Prins Clauslaan) en de Schenkkade.
Na de tweede wereldoorlog begon Den Haag voortvarend met het herstel van de oorlogsschade.Tijdens de wederopbouwperiode was de architectuur doorgaans ingetogen en functioneel, maar wel met zorg voor details en versieringen. Vooral het gebruik van betonnen raam- en deuromlijstingen valt op. Bovendien zijn er kleine reliëfs boven de ingangen en bij de daklijsten te zien.
De architect Dudok wees de Laan van Nieuw Oost Indië, de Bezuidenhoutseweg, de Prins Clauslaan, de Juliana van Stolberglaan en deSchenkkade als de belangrijkste verkeerswegen aan.Dit bepaalde uiteindelijk het lot van de eens zo rustige en beboste Laan van NOI.
Op de hoek van de Laan van Nieuw Oost-Indië met de Juliana van Stolberglaan bevond zich een rust- en herstellingsoord voor dames en jonge meisjes. Dit huizenblok werd tijdens het fatale bombardement in 1945 vernietigd.
Een paar jaar later, in 1957 werd een prijsvraag uitgeschreven voor het ontwerp van een kerk, een pastorie en een kosterswoning. De wedstrijd werd gewonnen door de Wassenaarse architect Geert Drexhage.Zijn ontwerp omvatte een vrijstaande toren die diende als een opvallend stedenbouwkundig herkenningspunt.
Ook voor de naam werd een prijsvraag uitgeschreven. De winnende naam,Christus Triumfator, verwijst naar het Bijbelboek Openbaringen 6:2: “en ik zag, en zie, een wit paard en die er op zat,had een boog en hem werd een kroon gegeven, en hij trok uit, overwinnende en om te overwinnen”. Jezusrijdt in deze tekst als een zegevierende triomfator rond en verkondigt deoverwinning door het eeuwige evangelie.
Op 21 maart 1962 werd de kerk officieel ingebruik genomen.
De sportbeoefening kwam aan het einde van de negentiende eeuw ook binnen het bereik van de gewone man. Hierdoor werd de behoefte aan een sportpark steeds groter. Achter de Laan van Nieuw Oost-Indië, begrensd door de huidige Theresiastraat, Hendrik Zwaardecroonstraat en Juliana van Stolberglaan werd daarom in 1895 het Nederlandsch Sportpark gebouwd.
Het was een groot complex, waar toen al uitgebreid aan atletiek, wielrennen en paardensport werd gedaan.Het sportveld was groot en werd omringd door een sintel- en wielerbaan, waar prominente sportpersoonlijkheden zoals Cordang en Jaap Eden triomfen vierden.
Het hoofdgebouw aan de Theresiastraat met een biljartzaal, een kegelbaan, een vestibule, orkestruimte en eencafé-restaurant leek meer op een herensociëteit dan op een sportkantine.De bekende architect Johan Mutters Jr. had de grote zaal tot een hoogte van 11½ meter overspannen. De achterzijde was voornamelijk van glas, met uitzicht op de baan en de velden. Het was een sportcomplex in de stijl van overgangsarchitectuur.
Het sportpark was geen lang leven beschoren want al na vijf jaar, in 1901, werd het pand geveild en de sportzaal omgebouwd tot manege. Het achterliggende complex voor atletiek, wielrennen en paardensport bleef bestaan tot 1905. In 1910 werd het gebouw aan de achterkant uitgebreid met een eenlaags stalgebouw onder een zadeldak.
DeZuid-Hollandsche Manege hield het vol tot 1925. De paarden van de beroemde ruiterJack M. Washingtons werden toen vervangen door de auto’s van H. Englebert.
Op de plaats van het sportpark zijn de Johannes Camphuysstraat (1906) en de Hendrik Zwaardecroonstraat (1909) aangelegd.
Tot in de achttiende eeuw kon een straat in de volksmond meerdere namen hebben. Zo werd de weg tot in de achttiende eeuw zowel Wervelaan als Laan van Nieuw Oost-Indië genoemd. In de een Franstalige resigids, Guide de la Haye uit 1785 (blz.328), worden beide namen genoemd: “Un peu plus loin à droite s’ouvre une belle allée pavée, ayant au milieu une barliere. C’est propre-ment l’avenue du Château de Werve : elle a près d’une demi lieue de long, et se nomme Oost-indische Lean. (Allée Indienne).”
In het boek ‘Lesjes voor de jeugd’ uit 1820 wordt op bladzijde 46 gesproken over: ‘De Bezuidenhoutsche weg, ten Oosten der stad, benevens de laan van Nieuw-Oostindien, waarmede men naar Voorburg, het oudste dorp van Holland, gaat’.
In het begin van de 19de eeuw dacht het Haagse stadsbestuur echter dat het Haagse deel van de straatnaam verbasterd was. De naam werd daarom gelijk getrokken met het Voorburgse deel; Laan van Nieuw Oosteinde. Ondanks dit officiële besluit bleef de volksmond de straat echter aanduiden als de Laan van Nieuw Oostinje. In 1894 besefte men hoe de vork in de steel zat en wethouder M.C.W. baron du Tour van Bellinchave corrigeerde de naam weer naar Laan van Nieuw Oost-Indië.
De Laan van NOI vormt de grens tussen de buurten Bezuidenhout-Oost en Bezuidenhout-Midden
De bekende schrijver F. Bordewijk ging na zijn huwelijksreis met Johanna Roepman in 1914 wonen aan de Laan van Nieuw Oost-Indië 214. Het pand, bestaande uit een begane grond met twee verdiepingen en een zolder met dakkapel, werd in 1909 gebouwd. Bordewijk beschikte over een voortuintje en een royale achtertuin. Op de begane grond waren twee kamers en een keuken, en op de eerste verdieping bevonden zich drie kamers.
Bordewijk is vooral bekend van de romans Blokken (1931), Bint (1934), en Karakter (1938).Hij begon zijn literaire carrière aan de Laan van Nieuw Oost-Indië in november 1916 als dichter met de bundel Paddestoelen,
De schrijver woonde zeven jaar op deLaan van Nieuw Oost-Indië en vertrok in 1921 naar een nieuwbouwpand aan de Schenkkade 219 . Bordewijk overleed in 1965 en ligt begraven op begraafplaats Oud Eik en Duinen.