Physical Address
304 North Cardinal St.
Dorchester Center, MA 02124
Physical Address
304 North Cardinal St.
Dorchester Center, MA 02124
Nederland trok zich in 1949 onder grote internationale druk terug uit Nederlands-Indië. Deze koloniale periode werd afgesloten en weggedrukt met als gevolg dat de aandacht voor landgenoten die tijdens de Japanse bezetting hadden geleden maar langzaam op gang kwam.
Na de oorlog ontstond een plan voor een nationaal gedenkteken voor de gevallenen in de Tweede Wereldoorlog. Het comité dat de mogelijkheid voor een Nationaal Monument onderzocht, wilde wel de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog erkennen, inclusief die uit Indië, maar niet de slachtoffers van de bersiap, de gewelddadige strijd om de onafhankelijkheid van Indonesië van na de oorlog.
Smet
Dit viel slecht bij de Indië-veteranen: ‘het is of er een Indonesische smet kleeft aan het vaan der strijdkrachten, of er iets is geschied, waarvoor wij ons diep moeten schamen’
Een ander idee was om een urn met Indonesische grond naar Nederland te vervoeren. Dit kon echter weer als een nieuwe vorm van kolonialisme worden gezien. Alsof er nog steeds een band was tussen Indonesië en Nederland.
Nationaal Monument
Het Nationaal Monument in Amsterdam werd op 4 mei 1956 onthuld door koningin Juliana. Vanaf 4 mei 1961 werden op de Dam in Amsterdam de oorlogsslachtoffers uit Indië herdacht. Maar dit was niet voldoende. De herdenking aan de Indische tijd verdween dertig jaar uit beeld.
Den Haag
Op 15 augustus 1970 vond voor het eerst een uitgebreide herdenking plaats in het Congresgebouw. Hierbij waren leden van het Koninklijk Huis en de regering aanwezig.
Rond 1980 had Nederland ongeveer 1500 monumenten ter herinnering aan de Tweede Wereldoorlog. Er waren echter slecht een stuk of vijf Indische herdenkingsplaatsen. Er waren al lokale monumenten, zoals in Enschedé, in Bronbeek (Arnhem) en in de Tweede Kamer
Binnen de Indische gemeenschap groeide de behoefte aan een eigen herdenking waarbij de oorlog in de Pacific centraal zou staan.
Rudy Boekholt was de vice-voorzitter van de Stichting Herdenking 15 augustus 1945: ‘De kwart miljoen landgenoten uit Indië stuitten op een muur van onbegrip: hier hadden wij de hongerwinter, onder de tropenzon kon het toch zo erg niet zijn geweest.’
Herdenking
Vanaf 1980 werd jaarlijks een Indië herdenking gehouden. Bij de herdenking van 1980 waren 11.000 personen aanwezig, waaronder het koninklijk paar, leden van de regering en de Indonesische ambassadeur.
In augustus 1986 ontstond het idee voor een nationaal Indisch monument. De initiatiefnemers waren het ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur (WVC), Harry Verheij, een voormalige communistische verzetsstrijder en Ivo Samkalden, de voormalige burgemeester van Amsterdam.
De Indische gemeenschap was enthousiast en de Stichting Indisch Monument begon een grote sponsoractie.
Concurrentie
De Gemeente Roermond maakte in augustus 1986 echter bekend ook bezig te zijn met een Indisch monument. Hier moest een monument komen bedoeld voor alle burger- en militaire slachtoffers van de oorlog in Indië vanaf 1942 tot aan de overdracht in Nieuw-Guinea.
Weduwe vanIndië
Het was echter vanaf het begin al duidelijk dat de Weduwe van Indië, Den Haag, de voorkeur had. De stichting Indisch monument wilde het liefste het monument voor de deur van het Congresgebouw aan het Churchillplein neerzetten.
De stichting Indisch monument verzamelde 225.000 gulden. De minister van WVC, Elco Brinkman, verhoogde dit bedrag met 150.000 gulden en hij deed de toezegging dat de overheid het onderhoud voor zijn rekening zou nemen.
Drie ontwerpen
Er werden drie voorontwerpen ingediend, één van Jaroslawa Dankowa, één van mevrouw M. van Hall en één van de combinatie Eddie Roos/Harm van Weerden. Het ontwerp van Dankowa werd gekozen waarbij het ontwerp eerst bijgeschaafd moest worden richting de belevingswereld van de Indische gemeenschap.
Het kunstwerk aan de Prof. Teldersweg was bestemd voor vier groepen slachtoffers: vrouwen en kinderen uit de kampen, krijgsgevangenen en Indo-Europeanen, militairen en de romoesja’s (door de Japanners ingezette Javaanse dwangarbeiders).
De geest overwint
Het monument is 4,75 meter hoog en is gemaakt van brons, roestvrij staal en marmer. De zeventien bronzen figuren symboliseren het lijden, de pijn, de wanhoop en het protest. Met een kaart van Indië en de tekst ‘De geest overwint’.
Onthulling
En op 15 augustus 1988 om 14.00 uur, 43 jaar na het einde aan de Tweede Wereldoorlog was het eindelijk zo ver. Koningin Beatrix onthulde het monument onder het toeziend oog van Premier Lubbers, Elco Brinkman (WVC) en een paar honderd voormalige bewoners van Nederlands-Indië. De AVRO deed live verslag.
De voorzitter van het Comité Herdenking 15 augustus, kolonel b.d. Rudy Boekholt sprak de hoop uit dat het monument niet alleen voor een stuk herkenning zou zorgen, maar ook voor erkenning voor de ontberingen tijdens de Japanse bezetting.Kolonel Rudy Boekholt was op het moment van de onthulling adjudant van de Koningin in Buitengewone Dienst. Hij was ook betrokken bij het Nationaal Indië Monument Roermond.
Eric Schneider
De Haagse acteur Eric Schneider werd in 1934 in Batavia geboren.Batavia was de vroegere naam voor Jakarta, de huidige hoofdstad van Indonesië. Schneider las een in 1942 geschreven fragment uit het oorlogsdagboek van zijn vader Jan voor. Het fragment speelde zich af in een gevangenis in Rangoon.Schneider overleed op 23 mei 2022.
Het Indisch Monument symboliseert overigens niet alleen het einde van de Tweede Wereldoorlog, maar ook de bijzondere band tussen de stad Den Haag en het voormalig Nederlands-Indië.
Voor het Roermondse monument werd de te herdenken periode later bijgesteld naar 1945-1962. Dit sloot mooi aan op het Haagse monument dat de periode 1941-1945 herdenkt.
De ceremonie
De muziek wordt verzorgd door de Koninklijke Militaire Kapel Johan Willem Friso en de Residentie Bach ensembles. De militairen van het Regiment van Heutsz vormen een vaandelwacht. Dit regiment is de opvolger van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL).
Luiden
Vanaf 1995 wordt de Indische klok geluid. Daarna een taptoesignaal gevolgd door een minuut stilte. De Militaire Kapel speelt het eerste en zesde couplet van het Wilhelmus. Een leerling van het Vrijzinnig Christelijk Lyceum aan de van Stolkweg houdt een voordracht en helpt bij het hijsen van de Nederlandse vlag. De premier legt een krans. De commandant der Strijdkrachten en de Commandant Landstrijdkrachten doen hetzelfde. De koning woont de plechtigheid eens in de vijf jaar bij.
De herdenking wordt afgesloten met een defilé van alle aanwezigen langs het monument, waaronder Ridders der Militaire Willemsorde en dragers van de Bronzen Leeuw en het Bronzen Kruis. De deelnemers kunnen op dat moment een zonnebloem in het monument steken.
Later
In juli 1992 werd het Indisch Monument beschadigd door automobilisten die bij het monument parkeerden. Het monument werd even later hersteld.
In datzelfde jaar ontstond een plan om een herdenkingscentrum naast het monument te bouwen. Dit moest een geïmporteerd Minangkabauhuis worden. Net zoiets als het Minangkabauhuis op de Indische Tentoonstelling van 1932. Dit idee kwam echter niet van de grond.
Klok
In 1995 werd een klok aan het monument toegevoegd. Deze klok luidt dertig minuten tijdens de jaarlijkse herdenking op 15 augustus. De ontwerper van het monument, Jaroslawa Dankowa, wilde de klok echter niet in het zicht hebben en om die reden is de klok achter het monument geplaatst.
Op 18 september 2002 onthulde burgemeester Deetman nog een toevoeging, het Indië-monument. Deze gedenkmuur werd opgericht ter nagedachtenis aan de 160 militairen die in de periode 1945-1950 gesneuveld zijn bij de strijd in het voormalig Nederlands-Indië.
In 1999 werd de datum 15 augustus vastgelegd als een nationale herdenkingsdag.
Op woensdag 27 juli 2005 werd een miniatuurreplica van het monument opgenomen in de vaste collectie van Madurodam.
Op de Nederlandse erevelden (begraafplaatsen) in Indonesië liggen niet alleen militairen begraven, maar ook burgerslachtoffers. In 2005 werd een urn met de aarde van deze erevelden ingemetseld in een zuiltje bij het Indisch Monument.
Vanaf 1998 is het toegestaan om de as van een dierbare te verstrooien bij het Indisch monument.
Japan
Op 19 juli 1991 legde de Japanse premier Kaifu in aanwezigheid van premier Lubbers een krans bij het monument. Dit werd vanuit de Indische wereld niet gewaardeerd. De krans werd door een onbekende in het water gegooid. Een maand later, bij de herdenking op 15 augustus 1991, werd premier Ruud Lubbers als dank met een ei bekogeld.
Een paar jaar later waren de gemoederen wat gesust. Op 24 juni 1997, tijdens het eerste kabinet-Kok, vertrok de Japanse premier Hasjimoto vanuit het Kurhaus naar het monument. Hij kon hier ongestoord een krans neerleggen.
60 jaar na de capitulatie, op 15 augustus 2005, werd in aanwezigheid van koningin Beatrix en premier Balkenende bij het het Indisch Monument de capitulatie van Japan herdacht.
Op 15 augustus 2015 werd de Japanse capitulatie van 70 jaar eerder herdacht. De Haagse acteur Eric Schneider en zijn zoon gaven een voordracht. Koning Willem-Alexander opende het defilé.
Op 14 augustus 2020 werd het monument beklad met Indonesische teksten zoals Medeka atau Mati, Vrijheid of dood en Kami Belum Lupa, We zijn het nog niet vergeten. De verantwoordelijkheid werd opgeëist door de actiegroep Aliansi Merah Putih (de rood-witte alliantie), dezelfde groep die in juni 2020 het standbeeld van Johan van Barneveld op de Lange Vijverberg bekladde.
{tab title=”Details” class=”solid blue color_content”}
{tab title=”Toespraak” class=”solid red color_content”}
Toespraak
De Haagse acteur Eric Schneider las bij de onthulling van het monument op 15 augustus 1988 een in 1942 geschreven fragment uit het oorlogsdagboek van zijn vader Jan voor. Het fragment speelde zich af in een gevangenis in het Japanse krijgsgevangenkamp in Rangoon.
Op 14 december bleek W stervende. Direct gingen wij de wacht houden. Hij lag vrijwel de gehele tijd bewusteloos met zo nu en dan heldere ogenblikken. Hij had vele visioenen. Na een Franse zin uitgesproken te hebben wees hij naar de zoldering en zei: zie je al die leuke nikkertjes daarboven. En dan zonk hij weer weg. Men zit of staat er zo machteloos bij maar dit sterfbed hoe vreselijk ook dat wij hem moesten verliezen – was er toch een dat duidelijk in mijn geheugen gegrift blijft. Het werd tot een getuigenis van innerlijk diep geloof, waarover hij alleen met intieme vrienden en waarschijnlijk met zijn vrouw gesproken had.
Zijn stem had hij die morgen al verloren, maar de woorden die wij van hem opgetekend hebben, werden wonderbaarlijk genoeg weer met duidelijke en soms weer luide stem gesproken.
Ik schreef ze over van het originele papier, dat ik aan zijn vrouw wilde geven.
Maandag 14 december; Rangoon gevangenis ziekenblok, ongeveer half vier. Voor de poort der eeuwigheid. Op mijn vraag: lig jij voor de poort der eeuwigheid, antwoordde hij: voor de poort der zaligheid. Ongeveer vier uur. De woorden van de Heiland zijn van eeuwigheid tot eeuwigheid en er zal er niet een verloren gaan. Nadat hij genoemd had Romeinen 8, hem vanaf vers 28 tot het einde voorgelezen. En na het laatste vers, riep hij: NIETS. Na voorlezing voor de tweede maal, vroeg ik hem: geloof jij dit echt, waarop hij vredig en overtuigend ja knikte.
Om ongeveer vijf uur heeft hij de verzen 38 en 39 duidelijk, zelfs zeer luid nagezegd en kort daarna riep hij: mensen en daarna: Zijn vrede, die eeuwig blijft en zijn verstand en alle eeuwigheid te boven gaat. Daarna kwamen er alleen nog maar onverstaanbare geluiden. Om half elf s avonds dacht ik dat hij zijn laatste adem uitblies omdat de pols niet meer voelbaar was. Ik sloot zijn ogen, op dat ogenblik sloeg hij ze voor een seconde weer op. Om elf uur vijf sliep hij volkomen rustig in.
Wij gingen naar buiten. Wij waren rustig. Wij konden alleen maar aanvaarden dat alles zo moest gaan, al week het waarom niet uit onze gedachten. De dood van goede vrienden greep ons nog wel aan, maar voor het sterven van anderen was de belangstelling alleen nog maar: Zo, die ook dood. Het was of de geest zich verzette tegen het diepe meevoelen omdat het een fnuikend morele invloed heeft. We werden koel en alleen als wij met God alleen waren dan konden we het angstig verbijsterend vragen .: Wanneer houdt dit toch op, waarom brengt Gij zoveel lijden over onschuldigen?. Het antwoord was onbegrijpelijk, maar er kwam toch wel een grote rust en vrede . En vertrouwen.
{/tabs}