Physical Address
304 North Cardinal St.
Dorchester Center, MA 02124
Physical Address
304 North Cardinal St.
Dorchester Center, MA 02124
Willem Brakman Eenmaal daar aangekomen kozen ze als vanzelf het middenpad voor de schaduw, drentelden eendrachtig naar de Kneuterdijk, verdwenen daar in de donkere Heulstraat.
‘U herkent mij niet?’ vroeg de onbekende licht verwijtend, hij was ongeveer van gelijke grootte als de heer Pop, smal van schaduw en terwijl hij dat vroeg bood hij zijn fraai profiel aan tegen de avondlijke hemel boven Den Haag ter hoogte van het politiebureau Archimedesstraat. ‘Waarachtig niet,’ zei de heer Pop, die niet snel genoeg distantie kon scheppen en vast van plan was er zo gauw mogelijk vandoor te gaan,maar hij bemerkte met spijt dat zijn stem wankel klonk en geknepen van angst en zorg. ‘Ik heb vroeger bij u in de buurt gewoond,’ ging de man verder, hij had zijn hand vriendelijk en overtuigend op de schouder van de heer Pop gelegd en dwong deze zo verder te lopen langs het kanaal in de richting van de donkere brug en wel in de door hem vastgestelde pas, ‘ik heb toen heel wat keren gedacht: hee… daar gaat ie… of beter nog, daar schuifelt ie… daar wrijft hij zich langs de huizen… Geloof mij, mijn waarde, dat roept geesten op en kwade. Was uw vader niet bode bij een bankierskantoor, een man klein van stuk maar met opvallend grote voeten?’
De heer Pop dacht al met weemoed aan het moment dat ze weg zou lopen, met dat klotje en in dat rozewit, maar hij trad achteruit, maakte een sierlijk gebaar met de uitzwaaiende arm en zei: ‘Als u daar linksaf gaat, komt u vanzelf door de Heulstraat en dan bent u zo bij het paleis. Binnen ging hij direct naar de bar, legde een hand tegen de zijkant van zijn gezicht zodat niemand in het zaaltje kon zien dat hij sprak en fluisterde tegen de waard: ‘Kijkt die man bij het raam nog zo?’ ‘Die kijkt altijd zo,’ fluisterde de waard terug. ‘O ja?’ zei de heer Pop, maar zo ongelovig dat de waard een tijdje achter zich in de rommel rondtastte en daarna zwijgend een transparant over de toonbank uitrolde: ‘Een glas bourgogne,’ zei de heer Pop, ‘en neemt u er zelf ook graag een.’ “Zwik,’ zei de waard en zette het glas aan de mond. ‘Zwak,’ zei de heer Pop en ledigde het zijne in enkele teugen.
De heer Pop slikte moeilijk, zuchtte diep en stak daar zijn hand uit.
Pop.’
‘Hop.’
Beiden zetten zich daarna in beweging en liepen als na stilzwijgende afspraak in de richting van het Voorhout. Eenmaal daar aangekomen kozen ze als vanzelf het middenpad voor de schaduw, drentelden eendrachtig naar de Kneuterdijk, verdwenen daar in de donkere Heulstraat om weer op te duiken in het veel lichtere Noordeinde en daar rechtsaf te slaan, aangetrokken als zij werden door de zoete geur van Violettes de Parme, die zo lieftijk uit de ramen van het paleis kringelde.
Spoedig daarna bleven ze stilstaan voor een deftig en zeer exquis modehuis, en de wijze waarop in de etalage op een glanzend parketbodempje de enkele kledingstukken waren neergevlijd of tegen geraffineerde standaards aan hingen vervulde de heer Pop met een diep ontzag. Hij bezat een feilloos instinct voor dure kleren want dat waren de kleren die hem op slag bol, bobbelig en klonterig maakten.
Vaak ook keek hij, het penseel stil in de hand, door het raam naar buiten en leed aan het feit dat hij wel een vrij man was maar toch niet kon doen wat hij wilde, en daarbij dacht hij dan steevast aan het rondwandelen door zijn geliefd Den Haag, winkels kijkend in de Frederik Hendriklaan, stilstaan op het Tesselseplein of naar de bovenkamertjes starend van de geweldige huizen aan het Lange Voorhout, waar vroeger de dienstmeisjes moesten hebben geslapen. Toch was hij niet ontevreden met zijn lot, want hij realiseerde zich maar wat goed dat hij ook op een verzekeringskantoor terecht had kunnen komen, of in een bedrijf aan de Loosduinseweg of God weet in Rijswijk.
Willem Brakman was een Haagse prozaschrijver, geboren in Den Haag op 13 juni 1922. Na het behalen van zijn staatsexamen HBS-B in 1945 studeerde hij geneeskunde en werd huisarts in Den Haag. In 1957 verkocht Brakman zijn praktijk en verhuisde hij naar Enschede, waar hij als bedrijfsarts ging werken. Deze verandering gaf Willem meer tijd om zich te wijden aan zijn literaire en artistieke interesses, waaronder schilderen en tekenen.
In De graaf van Den Haag uit 1986 spelen twee hoofdpersonen de rollen van elkaars tegenpolen: de ene is elegant en verfijnd, terwijl de andere slordig en nonchalant is. Maar er zijn momenten waarop ze van identiteit veranderen, zich vermommen met ongewone kleding, valse snorren en pruiken, en ongebruikelijk gedrag vertonen.