Bezuidenhout – Bombardement

Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog ontwikkelden de Duitsers een nieuw superwapen, de V2. Den Haag speelde een cruciale rol in de lancering van deze V2-raketten naar Londen en Antwerpen.

Bezuidenhout – Bombardement

Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog ontwikkelden de Duitsers een nieuw superwapen, de V2.

Haagse Bos

Het Haagse Bos werd gebruikt voor de opslag en afvuren van deze V2-raketten. Daarnaast werden ook vanaf andere locaties zoals Wassenaar, Duindigt, het Rijswijkse Bos en de verlaten wijken langs de kust V2s gelanceerd.

De geallieerden probeerden deze V2-installaties uit te schakelen, wat leidde tot precisie-bombardementen met lichte vliegtuigen op vermoede lanceerlocaties. Met als nevenschade honderden Haagse burgerslachtoffers.

Doden in Londen

De precisie-bombardementen waren echter beperkt effectief. Bijna dagelijks vielen er V2-doden in Londen. De druk op de Engelse regering en de Engelse luchtmacht om de V2s uit te schakelen nam als gevolg toe. Men besloot daarom om het groter aan te pakken en middelzware bommenwerpers in te zetten die eigenlijk niet geschikt waren voor een bombardement in bevolkt gebied.

2nd Tactical Air Force

Fighter Command was een belangrijk onderdeel van de Royal Air Force (RAF). Het was onder andere betrokken bij de informatieoverdracht tussen verschillende geallieerde eenheden. Op 2 maart 1945 kwamen deze eenheid en de Second Tactical Air Force (2nd TAF) samen tot duidelijke afspraken over hun werkwijze.

Fighter Command zou een lijst met doelen aanleveren en alle benodigde informatie doorspelen aan 2nd TAF. Daarna had 2nd TAF de vrijheid om zelf te bepalen welke vliegtuigen, methodes en timing ze zouden gebruiken om de V2-doelen aan te vallen.

H 037 V 043 en H 042 V 064

Op basis van een luchtfoto werden twee punten in het Haagse Bos geselecteerd, met de coördinaten H 037 V 043 en H 042 V 064, waarop een bommentapijt zou worden afgeworpen. Het westelijke richtpunt zou door drie squadrons vanaf Brussel-Melsbroek worden bestookt, terwijl het oostelijke punt werd toegewezen aan twee squadrons vanuit Vitry-en-Artois in Noord-Frankrijk.

Fout

Tijdens de voorbereiding van deze aanval maakte een jonge inlichtingenofficier echter een cruciale fout bij het invoeren van de coördinaten.

Bezuidenhout

Tachtig jaar eerder, al vanaf 1860, ontstond langs de Bezuidenhoutseweg een bebouwing met statige herenhuizen in een eclectische en neorenaissancestijl. In 1890 ontwierp architect Lindo een plan voor het nieuwe Bezuidenhout, en in 1897 werd een vernieuwd plan goedgekeurd. Rond de eeuwwisseling reikte de bebouwing al voorbij de Laan van Nieuw Oost-Indië, waarna de wijk in de eerste decennia van de twintigste eeuw volledig werd voltooid.

De wijk kende enkele monumentale pleinen, zoals het Louise de Colignyplein, Charlotte de Bourbonplein en Juliana van Stolbergplein. In deze nieuwe stadsuitbreiding verrezen talrijke riante herenhuizen, vaak gebouwd in de art-nouveaustijl. Het college van Burgemeester en Wethouders vernoemde de straten in dit nieuwe stadsdeel naar vrouwelijke leden van het Huis van Oranje.

De planning voor het bombardement

Kort voor 3 maart 1945 ontdekten de Britten op luchtfoto’s dat er geen raketten meer in het Haagse Bos stonden, maar verzuimden dit door te geven aan de 2nd Tactical Air Force. De voorbereiding van het bombardement ging daarom gewoon door.

Verwisseld

Tijdens deze voorbereiding maakte een jonge inlichtingenofficier een cruciale fout bij het invoeren van de coördinaten. Hij verwisselde de getallen, waardoor het bombardement niet op het Haagse Bos werd gepland, maar op het Louise de Colignyplein.

Twijfel

De Nederlandse piloot Sjerp, die in Vitry (Frankrijk) gestationeerd was, twijfelde tijdens de briefing echter over het doel, Bezuidenhout. De Duitsers plaatsten immers nooit lanceerinstallaties in een woonwijk. Hij werd gerustgesteld omdat het Bezuidenhout ontruimd zou zijn.

De commandant van het 320e squadron, de Nederlander Withold, had ook ernstige bedenkingen bij het geplande bombardement. Withold werd echter vervangen door overste Dennys Mitchell als aanvoerder van de operatie.

Gee-H

Het Gee-H systeem was een radiocommunicatienavigatiesysteem met een nauwkeurigheid van ongeveer 140 meter op een afstand van 480 km. Het werd door de Engelsen gebruikt om ondanks een wolkendek toch te kunnen bombarderen.

Het Bombardement

Op 3 maart stegen in de vroege ochtend vanaf Melsbroek (België) 31 Mitchell-bommenwerpers op, terwijl vanuit Vitry (Frankrijk) twaalf Bostons en twaalf Mitchells vertrokken. De eerste bommen werden even voor 9 uur vanwege de bewolking blind afgeworpen.

De onnauwkeurigheid van het Gee-H systeem, in combinatie met een sterke noord-noordwestenwind, zorgde ervoor dat de meeste bommen niet in het Haagse Bos, maar op het aangrenzende Bezuidenhout en het Korte Voorhout terechtkwamen. Enkele minuten later arriveerden de vliegtuigen uit Vitry, die hun bommen met meer precisie op het foutief gemarkeerde doelwit lieten vallen.

Brand

Huizen die geraakt werden, vatten direct vlam en door de harde wind verspreidde het vuur zich razendsnel, waardoor blussen onmogelijk was.

Een groot deel van het Bezuidenhout, vooral de straten tussen de Theresiastraat en de Juliana van Stolberglaan, veranderde binnen korte tijd in een vuurzee. Veel bewoners konden niet ontsnappen, of moesten in paniek hun woningen ontvluchten met achterlating van al hun eigendommen.

Ook in de omgeving van de Schenkkade vielen slachtoffers toen daar bommen insloegen. In totaal werd 67.000 kilo aan brisantbommen op de wijk uitgeworpen.

Machteloos

Bewoners sloegen massaal op de vlucht naar Voorburg, terwijl de brandweer machteloos stond tegenover de enorme brand die zich door de wijk verspreidde. De situatie werd verergerd door het gebrek aan brandweerlieden en materieel.

Door de razzia’s in november 1944 waren veel Haagse brandweermannen naar Duitsland gedeporteerd en de Duitsers hadden bovendien een aanzienlijk deel van het blusmateriaal gevorderd. Hierdoor kon het vuur pas op zondagavond worden geblust, ondanks de hulp van brandweerkorpsen uit de wijde omgeving, waaronder zelfs de Zaanstreek.

V2

De lancering van de V2s ging echter gewoon door. Vanaf Duindigt en andere locaties, alsof de Duitsers wilden laten zien dat de R.A.F. hun V-wapen opnieuw had gemist. Rond 2.15 uur stortte één van deze projectielen neer op de Vlietstraat bij de Schenkweg, aan de rand van het Bezuidenhout. De explosie trof een groep brandweerlieden die het vuur probeerden te doven, waarbij acht van hen omkwamen.

Hulp

Al snel probeerde men de vele slachtoffers te ondersteunen. Zo moest er nieuwe huisvesting worden geregeld, kwamen er tijdelijke voedsel uitdeelposten en dienden mensen nieuwe rantsoenbonnen aan te vragen. Daarnaast werden er lijsten gepubliceerd van vermiste en overleden personen, en zette de krant oproepen voor hulpacties voort.

Voor de getroffenen was het Rode Kruis van cruciaal belang, maar ook dat kantoor werd zwaar getroffen. Een speciaal ingestelde schade-enquêtecommissie begon met het in kaart brengen van de ravage, terwijl de politie persoonlijke bezittingen verzamelde en later probeerde te herleiden naar hun rechtmatige eigenaren.

Propaganda

De Duitse bezetter benadrukte in de media voortdurend de omvang van de schade, om zo de gevolgen van het geallieerde geweld extra te benadrukken.

De SS-oorlogsverslaggever Han Reinsberg veroordeelde de Britse bombardementen scherp. Hij benadrukte dat de Britten nauwelijks aandacht hadden voor het lot van de Nederlandse burgerbevolking. ‘Daden ….. druipend van bloed en moordlust tegen de onschuldige bevolking van een bezet land. Dat is de theorie en practijk, ten voeten uit, van onze “bevrijders” aan de overzijde.’

In een artikel in het dagblad Het Vaderland verscheen vervolgens een officiële Britse verklaring, waarin erkend werd dat de bommen ver van hun beoogde militaire doelen terechtkwamen en een groot aantal burgerslachtoffers veroorzaakten. Er werd daarbij een grondig onderzoek beloofd en aangekondigd dat er disciplinaire maatregelen genomen zouden worden tegen de verantwoordelijken.

Daden ….. druipend van bloed en moordlust tegen de onschuldige bevolking

– SS-oorlogsverslaggever Han Reinsberg

Zoektocht

Na het bombardement doken overal advertenties in de kranten op: aan de ene kant waren er verhuisberichten van mensen die noodgedwongen moesten verhuizen, aan de andere kant verscheen een stroom wanhopige oproepen van nabestaanden die familieleden zochten. Zoals de oproep om een baby van ongeveer acht maanden oud terug te vinden die door een reddingswerker zou zijn meegenomen.

500+ doden

Volgens schattingen van de gemeente waren er in eerste instantie zo’n 510 mensen omgekomen, maar later bleek dat minstens 550 slachtoffers de tragische gebeurtenis niet hadden overleefd.

Het precieze aantal zal echter nooit bekend worden. Er zaten namelijk onderduikers in het Bezuidenhout, maar ook mensen die hun verhuizing niet bij de gemeente hadden doorgegeven, waardoor niemand wist dat ze er woonden. Daarnaast raakten ruim 250 mensen zwaargewond.

Plunderaars

Hanns Albin Rauter was de hoogste Duitse politie-generaal en hoofd van de SS in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog. In de nacht van 6 op 7 maart 1945 werd een aanslag op deze Rauter gepleegd.

Als represaille werden op 8 maart 1945 in heel Nederland 263 gevangenen geëxecuteerd. Waaronder twintig Haagse plunderaars die betrapt werden toen ze goederen uit leegstaande panden roofden.

Complottheorieën

  • Ook in 1945 bestonden er complottheorieën. Sommigen beweerden dat het bombardement deel uitmaakte van een opzet binnen het omvangrijke England-Spiel. Toch heeft een Parlementaire Enquêtecommissie, die jaren later onderzoek deed naar het bombardement, op basis van verklaringen van zowel Duitse als Engelse zijde geconcludeerd dat het tragische voorval op 3 maart hier niets mee te maken had.
  • Ook de bewering dat de piloot van de eerste bommenwerper per ongeluk de plattegrond van Den Haag ondersteboven zou hebben gehouden, bleek ongegrond.
  • Uit de niet-officiële geschiedschrijving van de R.A.F., gepubliceerd in 1953-1954 door H. St. George Saunders en D. Richards, blijkt dat het bombardement werd veroorzaakt door een fout van de R.A.F.-gronddiensten en de daaropvolgende misleidende vluchtvoorlichting.
  • Volgens de Engelsen vond het bombardement plaats op basis van door de Engelsen ontvangen inlichtingen van een Nederlandse verzetsgroep. Ook dit is nooit aangetoond, maar ook niet weerlegt.

De Engelsen ontweken na de oorlog de schuldvraag en na lang aandringen werd een laag geplaatste officier als schuldige aangewezen. De Nederlandse overheid staakte in 1950 het officiële onderzoek en daarmee was de zaak afgedaan.

Monumenten

Gedenksteen

Op 1 november 1947 was er de overdracht van een gedenksteen aan de gemeente Voorburg. Als dank voor de gastvrije opname van de inwoners van het Bezuidenhout. Het werd geplaatst in het voorportaal van het voormalige stadhuis aan de Voorburgse Herenstaat.

Begraafplaats

Op 3 maart 1951 volgde de onthulling door Burgemeester Schokking van een monument op de Algemene Begraafplaats.

Juliana van Stolberg

Het Juliana van Stolberg-monument, dat sinds 1930 op het Louise de Colignyplein stond, overleefde het bombardement. Vanwege wederopbouwplannen voor de wijk werd het in 1954 verplaatst naar de middenberm van de Koningin Marialaan, op de hoek met de Juliana van Stolberglaan.

Het monument heeft eigenlijk niets met de oorlog of het bombardement te maken. Omdat het vrijwel ongeschonden uit de oorlog kwam, werd het monument echter de plek waar ieder jaar rond de 3e maart een herdenking plaats vindt.

Menselijke vergissing

Aan de Laan van Nieuw Oost-Indië, vlak bij de brug over de Schenk, staat sinds begin mei 1991 het Monument van de menselijke vergissing. Met een dichtregel van Judith Herzberg: “Bijna nooit zie ik een vogel in de lucht zich bedenken, zwenken en terugkeren”