Physical Address
304 North Cardinal St.
Dorchester Center, MA 02124
Physical Address
304 North Cardinal St.
Dorchester Center, MA 02124
De Archipelbuurt, ook wel Indische Buurt genoemd, is een wijk in het centrum van Den Haag, en ligt tussen Willemspark en de Scheveningse Bosjes. De Archipelbuurt is tussen 1860 en 1890 aangelegd op het voormalige landgoed Duinweide.
In de Archipelbuurt staan veel huizen in de neorenaissancestijl, die aan het eind van de 19de eeuw zeer populair was in Nederland. De wijk is een van de 19 beschermde stadsgezichten van Den Haag.
De wijk werd speciaal gebouwd voor oud-Indiëgangers, die decennia eerder massaal naar de Oost waren vertrokken en zich na hun pensionering in de Hofstad wilden vestigen. Ze woonden dicht bij het departement, andere overheidsinstellingen en kantoren zoals die van de NV Nederlandsch-Indische Spoorwegmaatschappij.
Nederlands-Indië was een ambtenarenland, Den Haag een ambtenarenstad. Ze vestigden zich dáár waar hun oud-collega’s, relaties, vrienden en kennissen zaten, dat leek wel zo aangenaam.
Tot het einde van de 18de eeuw was het gebied waar nu de Archipelbuurt ligt een duinlandschap. Er stonden enkele buitenplaatsen, er werd gejaagd, molens stonden in bedrijf, koeien graasden, en er waren enkele moestuinen. In de 19de eeuw veranderde dit landschap drastisch door bijvoorbeeld de komst van de Fransen in 1795 en de oprichting van het Nederlandse koningshuis in 1815. Dit bracht welvaart met zich mee, en veel mensen trokken naar Den Haag. Ondanks de recente bebouwing van het Willemspark had Den Haag dringend behoefte aan nieuwe woningen.
De Archipelbuurt werd in de late 19e eeuw ontwikkeld en geëxploiteerd op een manier die typerend was voor die tijd. De uitzondering was het Prinsevinkenpark. Er was geen vooraf vastgesteld hoofdstructuur; de ontwikkeling werd voornamelijk gestuurd door particuliere investeerders en exploitatiemaatschappijen zoals ‘Duinweide’ en ‘Suriname.’
Deze partijen kochten stukken grond waarop zij een stratenplan uitwerkten om bouwkavels te bepalen. De commerciële belangen leidden tot een hoge bebouwingsdichtheid en de aanleg van een recht stratenpatroon, dat grotendeels gebaseerd was op bestaande ruimtelijke elementen zoals wegen en waterlopen.
De Indische wijk in Den Haag begon in 1861 met de naamswijziging van de Laan van Schuddegeest naar Javastraat. De eerste nieuwe straten, Balistraat, Sumatrastraat en Bankastraat, ontstonden pas acht jaar later tussen 1870 en 1873. In de daaropvolgende jaren werden de Soendastraat, Borneostraat, Madoerastraat en Malakkastraat toegevoegd.
Het wijk werd uiteindelijk twintig jaar na het begin voltooid met de Delistraat, het Prinsevinkenpark en de Lombokstraat. De bouw verliep niet traag, maar bouwspeculanten gingen vaak pas aan de slag als er voldoende klanten waren.
Potentiële bewoners kochten of huurden hun nieuwe woning vaak al vanuit Nederlands-Indië, via advertenties in kranten. Hoewel ze de buurt niet kenden, waren ze vertrouwd met de eilandnamen, die hun verbeelding prikkelden.
Sinds de jaren 40 van de 19e eeuw stond aan de huidige Burgemeester Patijnlaan de Alexanderkazerne. Niet alleen soldaten, maar ook ambachtslieden zoals de smid, de kleermaker en de wasvrouw woonden hier. In de brede straten woonden de officieren, de smalle straten waren voor het gewone volk. Het complex werd in 1971 afgebroken. Het terrein dat vrij kwam, wordt nu in beslag genomen door woningcomplexen.
De structuur van de Archipelbuurt wordt gevormd door een rechthoekig stratenpatroon. Hier zijn enkele zeer lange straten in oost-west richting en een aantal aanzienlijk kortere straten in noord-zuid richting.
Bij de opzet van de wijk, die bedoeld was als vooraanstaande woonwijk, werd de breedte van de straten aangepast aan de aard van de bebouwing. De breedste straten werden verfraaid met bomen en plantsoenen. In sommige straten werden later bomen gekapt om ruimte te maken voor het verkeer (zoals Laan Copes van Cattenburch en delen van de Koninginnegracht). Hierdoor verloren deze hoofdstraten een aanzienlijk deel van hun oorspronkelijke karakter en functie binnen de wijk, en werd de oorspronkelijke structuur en samenhang van de buurt aangetast.
Parallel aan de kust lopen de Javastraat, de Laan Copes van Cattenburch en de Riouwstraat, terwijl de Scheveningseweg, de Surinamestraat, het Nassauplein en de Bankastraat haaks daarop staan. De Riouwstraat doorkruist de gehele Archipelbuurt en halverwege ligt het Bankaplein met een fontein. Rond dit plein bevinden zich enkele prachtige villa’s.
De Scheveningseweg, die in 1665 volgens een ontwerp van Constantijn Huygens werd aangelegd, vormt de zuidwestelijke grens van de Archipelbuurt. De Javastraat markeert de scheidslijn tussen het Willemspark en de Archipelbuurt. Het Nassauplein en het Burgemeester de Monchyplein liggen haaks op elkaar en vormen een contrast tussen oud en nieuw.
De Bankastraat wordt in twee delen gesplitst door het Bankaplein. Het ‘lage’ deel dateert uit 1873 en loopt van het Bankaplein naar de Laan Copes. Het ‘hoge’ deel loopt van het Bankaplein omhoog naar de Scheveningse Bosjes.
Op het plein staat het kantoorpand Hoge Banka, dat in 2007 is gerenoveerd. Oorspronkelijk vormde dit kantoorpand een opvallend contrast met de rest van de 19e-eeuwse straat. Tegenwoordig zijn er weer woningen in het pand te vinden.
Het Nassauplein is het bekendste plein in de Archipelbuurt, omringd door karakteristieke 19e-eeuwse huizen. Oorspronkelijk werden via de Nassaukade en de Schelpkade zand en schelpen met schepen naar de stad gebracht, waar veel bouwactiviteiten plaatsvonden.
In 1883 werd de Nassaukade overkluisd en kreeg het de naam Nassauplein. Het Burgemeester De Monchyplein, dat haaks op het Nassauplein ligt, werd gesticht op 12 juni 2004.
De overige delen van de wijk bestaan uit kleinere straatjes, vaak met eenrichtingsverkeer, wat bijdraagt aan de rustige sfeer van de woonomgeving.
Aan de Scheveningse kant van de Javastraat dragen de straten namen uit de Indische Archipel, terwijl enkele andere straten vernoemd zijn naar Suriname of de Nederlandse Antillen. Daarnaast zijn de straten rondom het voormalige, nu afgebroken stadhuis genoemd naar burgemeesters, zoals de Laan Copes van Cattenburch en de Burgemeester Patijnlaan, waar het hoofdbureau van de Politie Haaglanden is gevestigd.
DeSurinamestraat dateert uit 1881 en wordt wel de mooiste straat van Den Haag genoemd. Louis Couperus woonde hier met zijn ouders, in de periode dat hij zijn roman Eline Vere schreef. Aan het begin van het plein staat nu zijn borstbeeld.
Couperus laat de hele Indische wijk veelvuldig in zijn Haagse romans meespelen. Zijn personages dwalen door de Javastraat en Bankastraat, wandelen over de Nasssaulaan via de hoge brug naar de Mauritskade en zijn zowel te vinden op de Kerkhoflaan als op de Laan Copes. Zijn favoriete geesteskind Eline Vere woont aan Couperus’ eigen Nassauplein.
Aan de noordzijde van het Archipelkwartier bevinden zich twee belangrijke begraafplaatsen: de Algemene Begraafplaats met het voormalige Schijndodenhuis (nu een kantoor met daarachter gebouwde moderne aula) en talrijke kunsthistorisch belangwekkende grafmonumenten, en de R.K. Begraafplaats. Deze laatste heeft een kapel, een Dorisch bouwwerk met koepel, ontworpen door de stadsbouwmeester A. Tollus.
Aan de westzijde vormt de historische Joodse Begraafplaats, gesticht aan het einde van de 17de eeuw en bestaande uit een Portugees en een Hoogduits gedeelte, de afsluiting van de wijk.
Het wijk herbergt een groot aantal hofjes, gelegen op besloten binnenterreinen, die oorspronkelijk bestemd waren voor arbeiders en onderofficieren.
Een van de oudste hofjes is de Mallemolen, daterend uit het einde van de 18e eeuw, waar tijdens de Napoleontische tijd soldaten woonden. Toen dit hofje werd gebouwd, bevond het zich te midden van een duinlandschap, aangezien de stad destijds nog voornamelijk binnen de singels lag. De naam van het hofje is afgeleid van de molen die kort na de bouw drie wieken verloor. Later woonden hier bekende Nederlanders, waaronder Godfried Bomans en Paul van Vliet.
Een ander hofje, genaamd Schuddegeest (1886), dankt zijn naam aan de geestgrond waarop de huisjes zijn gebouwd. Het bevindt zich aan de Laan van Schuddegeest, die nu de Javastraat is. Het Paramaribohofje werd in 1881 gebouwd en is ontworpen in de neo-renaissance stijl door architect H. Wesstra. In 1937 werden de hofjes gerestaureerd.
In 1874 werd het Alexanderhof gebouwd door J. Jäger en S. van der Kamp voor de lagere officieren van de Alexanderkazerne. Andere hofjes zijn onder meer het Malakkahofje, een naamloos hofje in de Sumatrastraat (1869) en een ander naamloos hofje aan het einde van de Delistraat bij de Koninginnegracht.